Foto Sietske Arts (iPhone 14 Pro Max)

Noviomagus. Vandaag bestaat Van Swaaij Cassatie & Consultancy precies twaalf en een half jaar: de vennootschap is opgericht op 7 december 2010. Nog voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet versterking cassatieadvocatuur (op 1 juli 2012) kreeg zij haar huidige naam.

De oorspronkelijke naam was Van Swaaij Litigation en Consultancy B.V.  ‘Consultancy’ stond en staat ook thans voor mijn dienstverlening als adviseur en sparringpartner (Lawyer’s Lawyer) van advocaten van andere kantoren. MEER Denk hierbij vooral aan het meelezen van concepten van processtukken in hoger beroep. Daarbij kon en kan ik, Sjef van Swaaij, mijn opdrachtgevers voorhouden dat (een advocaat van) mijn kantoor niet zelf procedeert bij een rechtbank of een gerechtshof. Reeds daarom hoeft geen opdrachtgever te vrezen dat haar of zijn cliënt zou kunnen overstappen naar mijn kantoor.

Sinds de Wet versterking cassatieadvocatuur bestaan de werkzaamheden hier op kantoor hoofdzakelijk uit het in civiele zaken geven van cassatieadvies en procederen bij de Hoge Raad. Aldus ging ik vanuit Nijmegen doen wat ik reeds deed toen ik in 1999 in Den Haag begon als advocaat.

 

In de afgelopen twaalf en een half jaar is Van Swaaij Cassatie & Consultancy van ‘eenpitter’ uitgegroeid tot ’s lands grootste kantoor dat uitsluitend procedeert in civiele cassatiezaken. Thans staat er een TEAM waar ik gepast trots op ben. Opdrachtgevers uit het ganse land, met name ook uit de Randstad, weten Van Swaaij Cassatie & Consultancy te vinden. Het kantoor staat aantoonbaar voor kwaliteit. Zo is meer dan de helft van het juridische team gepromoveerd en zijn alle advocaten cum laude afgestudeerd.

Het eerste onder de vlag van mijn kantoor behaalde succes is HR 13 juli 2012, NJ 2012/447. Het kopje op rechtspraak.nl luidt:

„Vordering curator dochtervennootschap tot vergoeding door moedervennootschap van door dochter voldane betalingen na beëindiging kredietrelatie door bank met moeder- en dochtervennootschap; onderlinge draagplicht, regres, verrekening; slagende motiveringsklachten. Verboden aanvulling feitelijke grondslag. Hoofdregel art. 6:6 BW betreft aansprakelijkheid schuldenaren ten opzichte van schuldeiser, niet onderlinge draagplicht schuldenaren; passeren essentiële stellingen.”

Het arrest is voorzien van meerdere commentaren.   Inmiddels zijn we heel wat cassatiesuccessen verder.

Een chronologische greep uit cassatiesuccessen door de jaren heen

Op 12 juli 2013 wees de Hoge Raad in een faillissementszaak een arrest waar ik met veel voldoening op terugkijk. Het Amsterdamse Gerechtshof had een vonnis bekrachtigd waarbij een vennootschap failliet was verklaard. Volgens het Hof zouden er vier steunvorderingen zijn. Het door mij ingestelde cassatieberoep zou slechts slagen indien geen van de vier ‘steunvorderingsoordelen’ in cassatie stand zou houden. De Hoge Raad casseerde. MEER

Op 21 maart 2014 wees het cassatiecollege het door mij uitgelokte bekende arrest Coface/Intergamma, dat de vraag betreft of een contractueel verbod tot overdracht van vorderingen goederenrechtelijke werking heeft. De Hoge Raad casseerde. MEER

Op 18 december 2015 casseerde de Hoge Raad in een door mij ingesteld cassatieberoep dat de vraag betrof of in de zin van art. 1:88 lid 5 BW sprake was van normale uitoefening van het bedrijf van de vennootschap. MEER

De Hoge Raad casseerde op 9 december 2016 in een door mij ingesteld cassatieberoep over de vraag of een inningsbevoegde pandhouder (art. 3:246 BW) bevoegd is om het faillissement van de panddebiteur aan te vragen. De Hoge Raad beantwoordde die vraag bevestigend. MEER

Op 31 maart 2017 casseerde de Hoge Raad in een door mij ingesteld cassatieberoep betreffende de vraag wat het aanvangsmoment is van de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW in een geval waarin de benadeelde weliswaar rekening gehouden heeft met de mogelijkheid dat Rijkswaterstaat zijn schade veroorzaakt heeft, maar daarover nog geen zekerheid had. MEER

Op 13 april 2018 vernietigde de Hoge Raad in een door mij ingesteld cassatieberoep in een zaak waarin een opdrachtgever schadevergoeding eiste van haar opdrachtnemer. Deze had zelf de geldbedragen behouden die bestemd waren voor een derde. Het ging om de vraag of de opdrachtgever schade geleden had, causaal verband en de bewijslast ter zake van het (niet-)afdragen. MEER

Op 28 september 2019 casseerde de Hoge Raad in de zaak waarin benadeelden schadevergoeding eisten van de politie wegens het ten onrechte verlenen van een wapenverlof aan Tristan van de Vlis, die op 9 april 2011 mensen doodschoot en aan anderen zwaar letsel toebracht in een winkelcentrum te Alphen aan den Rijn. Het cassatieberoep was door mij ingesteld. MEER

Op 7 februari 2020 casseerde de Hoge Raad in een arbeidsrechtszaak over de vraag of de betreffende  arbeidsovereenkomst vernietigbaar was wegens bedrog van de werknemer. In eerste aanleg en in hoger beroep werd die vraag, kort gezegd, in ontkennende zin beantwoord. MEER

Nadat ik cassatieberoep ingesteld had, casseerde de Hoge Raad op 15 oktober 2021 in een zaak waarin een advocaat zich jegens zijn cliënt volgens het betreffende gerechtshof met succes beriep op de klachtplicht. MEER

Op 18 februari 2022 casseerde de Hoge Raad in een zaak betreffende de vraag of de politie onrechtmatig gehandeld heeft door niet tijdig en adequaat op te treden toen onze cliënt in de politiecel zelfdestructief gedrag vertoonde. Mijn cassatiemiddel klaagde dat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ten onrechte geweigerd had om camerabeelden te bekijken. MEER 

Afgelopen vrijdag casseerde de Hoge Raad in een door kantoorgenoot Joost Moorman en mij ingesteld cassatieberoep. Het gaat in deze zaak om algemene voorwaarden en de in art. 6:234 BW neergelegde terhandstellingsplicht, in het bijzonder de vraag of een groothandel in slachtafval zich er met succes op kan beroepen dat zij dienstverrichter is in de zin van Dienstenrichtlijn en zij daarom valt onder de reikwijdte van art. 6:230c BW. MEER

N.B. Dit blogbericht zou nog veel langer zijn, indien tevens ingegaan zou worden op alle door de jaren heen met succes ingestelde cassatieberoepen en ook op met succes gevoerde verweren in cassatie. Zie wat betreft deze verweren kortheidshalve Recente successen met voeren van verweer in cassatie en Eerdere successen met het voeren van verweer in cassatie.

Tot besluit

Het is mooi om terug te blikken op de afgelopen succesvolle twaalf en een half jaar. Het ligt evident in de lijn der verwachtingen dat Van Swaaij Cassatie & Consultancy blijft groeien. Dit wat betreft zowel consultancy, als cassatie. Op naar de komende twaalf en een half jaar!