Biedt een gewoon hoger beroep (meestal bij een gerechtshof) met zijn integrale herstel- en herkansingsfunctie aan degene die het hoger beroep instelt de mogelijkheid van een geheel ‘nieuwe ronde’, het cassatieberoep doet dat niet voor degene die cassatieberoep instelt. Uit art. 79 lid 1 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie volgt namelijk dat het in een cassatieberoep, anders dan in een gewoon hoger beroep, uitsluitend gaat om de vraag of:

  1. voor zover het rechtsoordelen betreft de lagere rechter – hier het
    Gerechtshof Amsterdam – het Nederlandse recht juist toegepast heeft; en
  2. voor zover het gaat om feitelijke oordelen, deze oordelen niet onbegrijpelijk of ontoereikend gemotiveerd zijn, wat iets anders is dan of deze feitelijke oordelen juist zijn.

De Hoge Raad baseert zich op de vaststelling van de feiten  door de lagere rechter en treedt niet in de beoordeling van de juistheid van deze vaststelling. Wel toets de Hoge Raad of feitenvaststelling niet onbegrijpelijk (≠ onjuist) is of, in het licht van het gevoerde partijdebat, niet ontoereikend gemotiveerd of onbegrijpelijk is. 

 

Bel vandaag nog voor cassatieadvies 024 - 322 25 59