Foto.Vincent.vanGogh

Vincent van Gogh (foto Wikipedia)

Onder het hoofdje “Appelrechtspraak van de toekomst moet maatwerk zijn” wordt op rechtspraak.nl aangekondigd verwezen naar een binnen de rechterlijke macht de op 15 april jl. opgestelde Agenda voor de appèlrechtspraak.

Appèltermijn naar zes weken

Aanbeveling 6 voor ‘Civiel’ is dat de appèltermijn gesteld wordt op zes weken (in plaats van de huidige drie maanden). Dit vergt wijziging van de betreffende bepalingen in Rv waarin de lengte van de appèltermijn geregeld wordt.

In zaken die met een dagvaarding ingeleid worden is een halvering van de appèltermijn niet (zeer) ingrijpend, omdat je met een simpel appèlexploit ‘de termijn kunt redden’, waarbij je bovendien kunt dagvaarden op een langere termijn, om vervolgens te bezien of je het hoger beroep doorzet (door het exploit tijdig, nl. voor de aangezegde rechtsdag, in te doen schrijven bij de griffie van het betreffende hof).

Wat betreft de verzoekschriftenprocedure maakt het echter wèl uit, aangenomen dat ongewijzigd blijft de eis dat in het appèlrekest reeds de grieven opgenomen staan. Want hier kan een bekorting van de termijn – van thans drie maanden – naar zes weken (soms) wèl gaan wringen.

Afschaffen van de positieve devolutieve werking 

Het ingrijpende zit ‘m in de staart. Aanbeveling 9b namelijk is dat:

“{…} het bestaande systeem van de devolutieve werking van het appel wordt vervangen door een eenvoudiger en beter werkbaar systeem.”

Aan te nemen valt dat hier gedoeld wordt op de zogeheten positieve devolutieve werking. Hierdoor wordt – in de kern – bereikt dat geïntimeerde zijnerzijds geen (voorwaardelijk) incidenteel appèl hoeft in te stellen tegen een vonnis waarbij hij bij het dictum geheel in het gelijk gesteld is.

Dit bijvoorbeeld als een op art. 6:162 BW (onrechtmatige daad) gebaeerde eis tot vergoeding afgewezen wordt om de reden dat weliswaar, anders dan door gedaagde betoogd is, onrechtmatig gehandeld is, maar dat hierdoor geen schade is ontstaan of dat geen sprake is van causaal verband. Als oorspronkelijk eiser appelleert, dan hoeft oorspronkelijk gedaagde, thans geïntimeerde, niet incidenteel te appelleren tegen het voor hem nadelige oordeel dat hij onrechtmatig gehandeld heeft. Indien namelijk de appèlrechter conform de grieven oordeelt dat er wèl schade is ontstaan resp. causaal verband is, dan mag de appèlrechter niet ‘dus’ (meteen) de oorspronkelijke eis alsnog toewijzen: de  positieve devolutie werking van het appèl brengt namelijk mee dat hij alle onbehandelde of verworpen stellingen van geïntimeerde in de eerste aanleg op dit punt alsnog/opnieuw moet behandelen en beoordelen.

De positieve devolutieve werking van het appèl wordt door appèlrechters niet zelden miskend. Een recent voorbeeld van – in cassatiejargon – een devolutiefje staat op deze blog.

Maar is dat (dus) een goede reden om afschaffing van de positieve devolutieve werking van het appèl op de agenda te plaatsen?

Ik zou menen van niet. Aappèlrechters moeten er maar gewoon alerter op worden dat zij zulke missers voorkómen. Het lijkt me niet teveel gevraagd om van hen te vergen dat zij werken met een eenvoudige checklist (‘Noopt het slagen van een grief ons ertoe om eerste aanleg-stellingen van geïntimeerde alsnog /opnieuw te behandelen?’). De positieve devolutieve werking is er niet voor niets. Lees verder.

(Wordt vervolgd.)