Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor, prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ), steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek, Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.

B7E3A715-0A13-479F-84DF-6BAA0DC6CFFA - - van Swaaij Cassastie & Consultancy - cassatieadvocaat - cassatie advocaat

Op het Limosterrein, waarop onder meer de Krayenhoffkazerne staat (foto SvS, iPhone 11 Pro Max)

Noviomagus. Het BundesVerfassungsgericht heeft in krachtige bewoordingen de antwoorden van het Hof van Justitie van de EU op zijn prejudiciële vragen in de zaak C-493/17 Weiss verworpen, over de verenigbaarheid van het ECB-staatsschuldopkoopbeleid (PSPP: Public Sector Purchase Programme: al meer dan € 2.500 miljard) met diens EU-rechtelijke mandaat.

De vorige volzin staat in een op 22 juni jl. gepubliceerd Vooraf in het NJB. De zeventigste aflevering van deze veelgelezen rubriek is gewijd aan de voorlaatste volzin. Er staan namelijk drie taalkundige omissies in. Zij illustreren niet alleen dat we scherp moeten blijven bij het schrijven, maar ook dat een gemis aan scherpte ertoe kan leiden dat bij de lezer verwarring ontstaat. Dit moet een jurist te allen tijde voorkómen.

Van wie is dat mandaat?

„Het BundesVerfassungsgericht heeft in krachtige bewoordingen de antwoorden van het Hof van Justitie van de EU op zijn prejudiciële vragen {…} verworpen, over de verenigbaarheid van het ECB-staatsschuldopkoopbeleid {…}  met diens EU-rechtelijke mandaat.”

Om het EU-rechtelijke mandaat van wie of wat gaat het in de hier centraal staande volzin? Bedoeld zal wel zijn de ECB (Europese Centrale Bank), maar zo staat het er niet. Immers, de ECB is niet gelijk aan haar staatsschuldopkoopbeleid.

Vrouwelijk of mannelijk?

„Het BundesVerfassungsgericht heeft in krachtige bewoordingen de antwoorden van het Hof van Justitie van de EU op zijn prejudiciële vragen {…} verworpen, over de verenigbaarheid van het ECB-staatsschuldopkoopbeleid {…}  met diens EU-rechtelijke mandaat.”

Met ‘diens EU-rechtelijke mandaat’wordt onmiskenbaar bedoeld het aankoopbeleid van de ECB. Maar waarom dan ‘diens’? Immers, bank is vrouwelijk, zodat er had moeten staan: haar EU-rechtelijke mandaat. Gedacht zou ook kunnen worden aan ‘dier’ EU-rechtelijke mandaat, maar dat is volgens Van Dale verouderd.
Overigens mogen we, indien het gaat om meervoud, nog wel ‘wier’ schrijven (niet verouderd volgens Van Dale).

Waar slaat ‘zijn’ op terug?

„Het BundesVerfassungsgericht heeft in krachtige bewoordingen de antwoorden van het Hof van Justitie van de EU op zijn prejudiciële vragen {…} verworpen, over de verenigbaarheid van het ECB-staatsschuldopkoopbeleid {…}  met diens EU-rechtelijke mandaat.”

Ten slotte het woordje ‘zijn’ in de hier gewraakte volzin. Dat woordje kan terugslaan op zowel BundesVerfassungsrecht, als op Hof van Justitie van de EU. Een jurist moet zoiets vermijden.

Een link naar voornoemd Vooraf staat HIER.

N.B.

Op Twitter en LinkedIn wordt er naar aanleiding van dit taallesje terecht op gewezen dat BundesVerfassungsgericht verkeerd gespeld is (geen V, maar v). In deze rubriek besteed ik op een hoge uitzondering na geen aandacht aan de spelling.

Taallesje voor Juristen (69):

Een link naar de vorige aflevering van deze veelgelezen rubriek staat HIER.