Noviomagus. Gisterenochtend heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de grote en bekende zaak van de Gemeente Nijmegen tegen Slachthuis Nijmegen B.V. c.s. (hierna gezamenlijk en in onzijdig enkelvoud: het Slachthuis). Bij dit arrest is het door de Gemeente ingestelde cassatieberoep verworpen. Dezerzijds is verweer gevoerd tegen dit cassatieberoep.
Het gaat in deze zaak in cassatie nog om de vraag of het Slachthuis gehouden is om aan de Gemeente schadevergoeding te betalen om de reden dat het, anders dan het met de gemeente overeengekomen was, niet zijn bedrijf aan een locatie aan de Waal verplaatst heeft naar naar een andere locatie, doch dit bedrijf gestaakt heeft. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat het Slachthuis weliswaar toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van hetgeen het overeengekomen was met de gemeente, maar dat de Gemeente als gevolg daarvan geen schade geleden heeft. Dit oordeel heeft standgehouden in cassatie.
Ons verweer tegen het cassatieberoep
Nadat de Gemeente het cassatieberoep ingesteld had, wendde de (op het arrest vermelde) advocaat van het Slachthuis, mr. Mirjam A. Oostendorp (Drijber en Partners Advocaten), zich tot mij voor cassatie(verweer)advies. Daarna is door kantoorgenoot Roderic ter Rele en mij verweer gevoerd voor het Slachthuis.
In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister
in overleg met mr. Oostendorp hebben Roderic en ik ervoor gekozen om niet separaat op de klachten in het uitvoerige cassatiemiddel van de Gemeente in te gaan, en om ons verweer kort en bondig te houden. Ons verweer lees je HIER. (Uiteraard heb ik aan mr. Oostendorp toestemming gevraagd en deze heeft zij me gegeven).