De spoorbrug, bezien vanaf het Honigcomplex aan de Waalbandijk (foto SvS, iPhone X)

Noviomagus. Dezer dagen las ik in de Volkskrant dat fraaie stuk – ik zal niet verhelen dat het smullen was – over het uitgelekte interne onderzoeksrapport uit 2016 van een commissie van drie eigen leden van de Raad van State. In dat stuk wordt vermeld dat in dat rapport gesproken wordt over ‘grote verschillen in betrokkenheid en inzet’ bij staatsraden.

Ook wordt daarin vermeld dat ongeveer de helft van de staatsraden in de gesprekken met de commissie opgemerkt heeft dat met het vertrek van een aantal staatsraden in de afgelopen jaren een ‘forse aderlating’ plaatsgevonden heeft, terwijl over het ‘algemeen gesproken de kwaliteit van de huidige bemensing het eerdere niveau niet haalt.’

Maar hoe was het gesteld met dat eerdere niveau?

Eerder was het niveau van de Raad van State reeds niet best

In herinner mij een eindejaarseditie van het NJB (2009 geloof ik) met op de cover de Nijmeegse hoogleraar Staatsrecht (inmiddels wijlen) Tijn Kortmann en met een fraai interview met deze gezaghebbende geleerde.

Ronduit vernietigend was Kortmann over de kwaliteit van met rechtspraak belaste leden van de Raad van State. Kortmann namelijk zei in dat interview dat het niveau van die leden niet het niveau overstijgt van de doorsnee rechter in een doorsnee rechtbank (resp. woorden van gelijke strekking).

Ik heb bepaald geen reden om aan te nemen dat Kortmann er destijds ook maar een millimeter naast gezeten zou hebben.

Anders en beter

Intussen mogen civilisten, beoefenaars van het strafrecht en fiscalisten zich gelukkig prijzen. Immers,  zoals met zoveel woorden vermeld wordt op de startpagina van zijn website, is de Hoge Raad der Nederlanden de hoogste rechter in Nederland op het gebied van civiel recht, strafrecht en belastingrecht.