Noviomagus. In zijn nieuwste NJB-vooraf ziet Ton Hartlief de fundamentele vraag oprijzen of we niet werkelijk afstand moeten gaan nemen van, wat hij noemt, het ‘wat anders?’-denken en of we niet serieus moeten overgaan op – wederom wat hij noemt – het ‘wat nu?’-denken. Deze vraag rijst, althans vooralsnog, op het specifieke deelterrein van de letselschade.

‘Wat anders?’-denken

Foto.Waddenzee

Vorige maand op de Waddenzee (foto SvS, iPhone 6s)

In de klassieke benadering heerst het ‘wat anders?’-denken: hoe de benadeelde financieel te brengen in de positie die hij zonder ongeval zou hebben gehad? Hier gaat het, zoals Hartlief schrijft, al gauw om een ‘som ineens’, waarbij alle in de toekomst te lijden schade – naar getracht wordt – reeds thans vergoed wordt. Maar het is (buitengewoon) lastig om te bepalen wat er financieel gebeurd zou zijn in het hypothetische geval dat het aansprakelijkheid scheppende feit achterwege gebleven was en daarmee om vast te stellen hoe groot de ‘zak met geld’ moet zijn.

‘Wat nu?’-denken

In het ‘wat nu?’-denken ligt de focus niet (direct) op die geldzak, maar primair op, zoals Hartlief schrijft, herstel in brede zin (fysiek, praktisch, psychologisch, emotioneel, sociaal). Hierbij kan het bijvoorbeeld ook gaan om het vergoeden van een cursus parachutespringen omdat dat is wat benadeelde heel graag wil. Aansprakelijkheidsverzekeraars zouden beseffen dat zo’n aanpak mogelijk een (spoediger) terugkeer in de samenleving bevordert (en dat dat natuurlijk behoorlijk scheelt in het uit te keren schadebedrag), zo maak ik uit op hetgeen Hartlief schrijft.

Hoe hierover te denken?

Een positieve grondhouding lijkt gerechtvaardigd volgens Hartlief, die hierbij intussen uiteraard genoeg lastige vragen ziet opdoemen. Alleen al daarom zij lezing van voornoemd Vooraf van harte aanbevolen. Een link staat HIER.