De Krayenhoffkazerne hedenmiddag. VSCC houdt kantoor in de rechtervleugel (foto SvS, iPhone 14 Pro Max)

Noviomagus. Op 22 februari vorig jaar is op deze blog een bericht geplaatst waarin vermeld is dat ik voor mijn cliënten succesvol cassatieberoep ingesteld heb tegen een in hun zaak tegen de politie gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit arrest betrof de – door het hof toen ontkennend beantwoorde – vraag of de politie onrechtmatig gehandeld had door niet tijdig en adequaat op te treden toen één van onze cliënten in een politiecel zelfdestructief gedrag vertoonde. Het Hof had het verzoek van onze cliënten afgewezen om (kort gezegd) de betreffende camerabeelden op de zitting te mogen tonen. In het kielzog van onze klacht oordeelde de Hoge Raad dat die afwijzing onbegrijpelijk was en casseerde hij genoemd arrest.

Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft afgelopen dinsdag (14 dezer) in de procedure na cassatie en verwijzing uitspraak gedaan, na deze camerabeelden wèl (alsnog) bekeken te hebben. Het Bossche hof heeft voornoemde vraag wél bevestigend beantwoord:

„Het hof komt in deze zaak tot de conclusie dat de Politie wel onrechtmatig heeft gehandeld. De Politie moet bij de uitvoering van zijn hulpverleningstaak de nodige zorgvuldigheid in acht nemen. Daarbij moet de Politie er alert op zijn of de toestand van de hulpbehoevende verslechtert. De aanwezige politieagenten hebben waargenomen dat [appellant 1] extreem zelfdestructief gedrag vertoonde. Er was geen medische deskundigheid nodig om te bepalen dat dit gedrag onmiddellijk moest worden beëindigd. De Politie is dan ook volgens het hof aansprakelijk voor de schade die [appellanten] hebben geleden en nog lijden.”

Wij zijn blij voor onze cliënten. Het is mooi om als cassatieadvocaat eraan bij te dragen dat het recht kan zegevieren. Een link naar het arrest van het Bossche Hof staat HIER.

De structuur van de uitspraak

De aandacht zij erop gevestigd dat het Bossche hof zijn uitspraak begint met het kopje ‘Waar gaat deze zaak over?’, en dat daaronder vermeld wordt:

„De aanleiding voor deze zaak is dat [appellant 2] in mei 2010 de Politie heeft gebeld omdat in haar woning een levensbedreigende situatie was ontstaan. Haar echtgenoot, [appellant 1] , zou in een overspannen toestand hun jongste zoon iets hebben willen aandoen. [appellant 1] is door agenten meegenomen en in een politiecel geplaatst. In die politiecel is de toestand van [appellant 1] verslechterd. Hij begon verward en zelfdestructief gedrag te vertonen, onder meer door met zijn hoofd tegen de deur van zijn cel te duiken. Al deze tijd kreeg [appellant 1] geen medische zorg.

[appellanten] verwijten de Politie dat de aanwezige politieagenten niet tijdig en niet adequaat hebben ingegrepen. [appellant 1] heeft blijvend hersenletsel opgelopen en is grotendeels aangewezen op dagopvang en verzorging door [appellant 2] .

Deze zaak gaat in de kern over de taak van de Politie bij personen met een psychische of psychiatrische problematiek. Op grond van de Politiewet heeft de Politie de taak tot ‘het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven’ (artikel 3).

De Politie stelt zich op het standpunt dat de aanwezige politieagenten deze hulpverleningstaak correct hebben uitgevoerd. Volgens het geldende protocol hebben zij namelijk medische zorgverleners ingeschakeld. Zonder instructie van de psychiater hoefden de aanwezige politieagenten niet op te treden volgens de Politie.

Het hof komt in deze zaak tot de conclusie dat de Politie wel onrechtmatig heeft gehandeld. De Politie moet bij de uitvoering van zijn hulpverleningstaak de nodige zorgvuldigheid in acht nemen. Daarbij moet de Politie er alert op zijn of de toestand van de hulpbehoevende verslechtert. De aanwezige politieagenten hebben waargenomen dat [appellant 1] extreem zelfdestructief gedrag vertoonde. Er was geen medische deskundigheid nodig om te bepalen dat dit gedrag onmiddellijk moest worden beëindigd. De Politie is dan ook volgens het hof aansprakelijk voor de schade die [appellanten] hebben geleden en nog lijden.”

Het Hof maakt dus al direct (1) helder waar de zaak over gaat, (2) wat het standpunt is onze cliënten, (3) wat het standpunt is van de politie, en (4) wat ’s Hofs beslissing is.

Wij zien dergelijke kopjes steeds vaker, wellicht als gevolg van project Wieb (Wat ik eigenlijk bedoel) of de aandacht voor Klare Taal. Dergelijke kopjes komen de leesbaarheid van een uitspraak ten goede, zowel voor advocaten als – en dit is waar het om gaat – voor cliënten. Een goede ontwikkeling!