Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ) steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek,Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.

Ooijpolder.26.1.2020 - - van Swaaij Cassastie & Consultancy - cassatieadvocaat - cassatie advocaat

De Waal bezien vanuit de Ooijpolder, afgelopen zondag, 26 januari jl. (foto SvS, iPhone 11 Pro Max)

Noviomagus. Laten we beginnen bij de Hoge Raad. Eerst een compliment. In het Urgenda-arrest staat reeds aan het begin (direct onder „In de zaak van”  gevolgd door de namen van de partijen en de advocaten et cetera) het kopje Samenvatting van de uitspraak“. Onder dit kopje staat een mijns inziens voorbeeldige samenvatting van dit onvermijdelijk uitvoerige arrest die het de onbevangen lezer een stuk makkelijker maakt om (snel) te doorgronden wat de kern van het arrest is.

Het is echter niet alleen maar goed wat de Hoge Raad doet (voor zover van belang voor deze rubriek).

Cassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad

In die samenvatting wordt vermeld: „Tegen de uitspraak van het hof heeft de Staat cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld.” Bij welke eventuele andere instantie zou de Staat cassatieberoep hebben kunnen instellen?
Derhalve zou ik opgeschreven hebben dat de Staat tegen die uitspraak van het hof (1) ‘beroep ingesteld heeft bij de Hoge Raad’ of (2) ‘cassatieberoep ingesteld heeft’.

Derhalve

Ik onderken dat sommigen menen dat het beter zou zijn om in plaats van het woordje ‘derhalve’ het woordje ‘daarom’ te bezigen. ‘Derhalve’ is echter niet verouderd volgens Van Dale. Het (krampachtig) vermijden ervan leidt wat mij betreft tot verschraling van onze mooie taal.
In elk geval kan men zich als jurist zonder meer bedienen van het woordje ‘derhalve’ in teksten die bestemd zijn voor andere juristen. Iedere jurist weet wat ermee bedoeld wordt, zodat dat woordje op geen enkele wijze ook maar enige afbreuk doet of dreigt te doen aan de helderheid van de tekst.

Hofarrest

Een term die ik zo nu en dan aantref is ‘hofarrest’. Vreselijke term. Deze doet me denken aan huisarrest.
‘Hofarrest’ suggereert iets wonderlijks, bijvoorbeeld dat raadsheren (hovelingen) die een arrest gewezen hebben dat wegens een domme fout gecasseerd is een zekere periode het betreffende paleis van justitie niet mogen verlaten.
Wie niet wil schrijven ‘het arrest van het hof’ zou toch in staat moeten zijn om iets anders te bedenken dan ‘hofarrest’? Zo kun je ook anno 2020 – zeker in teksten die voor juristen bedoeld zijn – prima schrijven ’s hofs arrest. Zo ook kun je, om te variëren, schrijven dat het hof iets oordeelde/besliste in zijn eerder door jou genoemde arrest. Er zijn legio mogelijkheden. Het gebruiken van die lelijke term is zeer wel vermijdbaar.

Uitspraken Hoge Raad zonder inhoudelijke motivering in begrijpelijke(r) taal.

Op rechtspraak.nl (HIER) staat sinds 10 januari jl. een bericht met als titel Uitspraken Hoge Raad zonder inhoudelijke motivering in begrijpelijke(r) taal.  Woorden als ‘nopen’, ‘behoeven’ en ‘klaarblijkelijk’ komen niet meer voor in standaardoverwegingen van het cassatiecollege die inhouden dat betreffende zaak afgedaan wordt toepassing van art. 80a of 81 RO, zo wordt te kennen gegeven in dat bericht.
Weliswaar vermeldt Van Dale omtrent het woordje ‘nopen’ dat dit verouderd is, maar zo’n vermelding staat in dit (zeer) gezaghebbende werk – terecht – niet bij ‘klaarblijkelijk’ en evenmin bij ‘behoeven’. Je kunt ook doorschieten …

Conclusie bij HR 6 september 2019, NJ 2019/425

Te vaak zie ik dat in een processtuk verwezen wordt naar een passage in ‘de conclusie bij’ een bepaalde uitspraak van de Hoge Raad. Het is echter conclusie voor.
Een conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad is en blijft een advies aan de Hoge Raad en doorgaans pas maanden nadat de conclusie genomen is, doet het cassatiecollege uitspraak.
Gaat het om een conclusie in een zogeheten vorderingszaak – een civiele dagvaardingszaak waarin op of na 1 maart 2017 cassatieberoep ingesteld is -, dan snijdt zelfs zonder meer geen hout de eventuele tegenwerping (1) dat de conclusie aan het arrest van de Hoge Raad gehecht zou zijn en (2) dat het in zoverre niet onjuist zou zijn om te spreken van ‘conclusie bij’. De Hoge Raad namelijk plaats uitsluitend de tekst van het arrest – zonder de conclusie P-G als bijlage – in zijn webportaal.

Het vorige Taallesje voor juristen

Een link naar de vorige aflevering van deze rubriek staat HIER.