Noviomagus. Gisteren,  donderdag 17 februari 2022, schreef NRC in een redactioneel commentaar het volgende.

Aan het lokale advocatentoezicht moeten minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming, D66) en de landelijk deken Robert Crince le Roy nu voortvarend een einde maken. Er lijkt geen andere keus dan een landelijke concentratie, met de gebruikelijke zware rol voor de advocatuur zelf. Het toezicht moet mee met de advocatuur zelf, die sterk groeit, grotere zakelijke belangen dient en meer specialisaties ontwikkelt. Ook advocaten moeten zich om het vertrouwen in de rechtsstaat bekommeren. De effectiviteit van ‘eigen’ toezicht speelt daarin een sleutelrol.

Hoe te denken over dat redactioneel commentaar?

Er is wel een andere keus en die is ook veel beter voor ons allemaal. Na de evaluatie van de Advocatenwet is er een redelijke mate van consensus ontstaan over verbeteringen in het huidige toezicht. Daarbij is de rode draad dat er geen beter toezicht op advocaten mogelijk is dan door de deken zelf mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De eerste voorwaarde houdt in dat het toezicht professioneel en zoveel mogelijk uniform is. Daartoe is nodig dat het dekenberaad een orgaan wordt van Nederlandse Orde van Advocaten en dat de toerusting en de ondersteuning  van het dekenberaad en de plaatselijke dekens wordt verbeterd. De tweede voorwaarde is dat de deken niet wordt gekozen door de advocaten in het arrondissement, maar wordt benoemd nadat gebleken is dat zij of hij voldoet aan de eisen die aan een toezichthouder moeten worden gesteld (met een profielschets). En de laatste voorwaarde is dat de financiering van het toezicht niet afhankelijk is van de plaatselijke situatie en dus ook landelijk moet worden geregeld. Daarmee wordt bereikt dat het toezicht effectief is doordat de deken en het bureau bekend zijn met de plaatselijke situatie en snel en adequaat kunnen reageren. Juist omdat de deken het vertrouwen geniet van haar of zijn beroepsgenoten en gezag heeft is hij/zij bij incidenten en dilemma’s  het meest toegankelijk en het best in staat op maat gesneden maatregelen te nemen of advies te geven.

„Het is niet erg overtuigend dat NRC een ernstig incident dat zich voordeed in het notariaat, gebruikt om voor beter toezicht bij advocaten te pleiten”

Uit het commentaar van NRC spreekt weer eens het wantrouwen dat in onze samenleving al zo vaak tot narigheid heeft geleid. Toezicht en vertrouwen horen bij elkaar. De deken is geen waakhond of speurneus, maar de hoeder van de kwaliteit en de integriteit van de advocatuur die zo belangrijk is voor het in stand houden van de rechtsstaat. Het is niet erg overtuigend dat NRC een ernstig incident dat zich voordeed in het notariaat, gebruikt om voor beter toezicht bij advocaten te pleiten. Het notariaat kent immers een centrale toezichthouder en die heeft het incident niet weten te voorkomen of op het spoor te komen. Juist voor het vertrouwen in de rechtsstaat waaraan door NRC terecht veel waarde wordt gehecht, zou de plaatselijke deken als toezichthouder gehandhaafd moeten worden. Want ook NRC erkent dat het reinigend vermogen binnen de advocatuur al is bewezen. Dat is gebeurd in de huidige constellatie. En het College van toezicht, dat wat mij betreft geheel uit buitenstaanders mag bestaan, kan dan algemeen toezicht houden op het dekenberaad en de dekens. Dat zou pas een echte win-win situatie opleveren.

Mijn advies aan de minister

Mijn advies aan de minister is dus: zorg dat aan de evaluatie van de Advocatenwet uitvoering wordt gegeven en laat u niet leiden door incidenten. Voor een goed toezicht is de medewerking van de advocaten een eerste vereiste. Ga daarom uit van vertrouwen in de dekens. En mijn aansporing aan advocaten is: streef eensgezind naar een verbetering van het huidige toezicht en verzet je tegen dat onterechte wantrouwen dat telkens weer de kop opsteekt.