Noviomagus. Op de vrijdag staan bij de Hoge Raad civiele zaken op de rol. In deze zaken doet de Hoge Raad uitspraak en concludeert de Procureur-Generaal. In een zaak waarin ik voor mijn cliënte cassatieberoep ingesteld had, wees de Hoge Raad gisteren bij vervroeging arrest. Het cassatiecollege vernietigde een tussenarrest en het eindarrest.

Casus

Foto.Terras.2014.4.14

Afgelopen woensdag na een lange werkdag genoot ik op het terras van Meesterschenkerij Café Jos (foto van terrasgenoot, iPhone 6)

Tussen 29 november en 19 december 2002 kocht mijn in Nederland gevestigde cliënte diverse ladingen tomaten van Primar, die gevestigd is in Frankrijk. De tomaten waren afkomstig uit Marokko en werden in Perpignan (Frankrijk) onder toezicht van Primar in vrachtwagens van diverse vervoerders geladen ten behoeve van het vervoer naar Nederland. Vanuit hier werden de tomaten overgeladen in andere vrachtwagens en vervolgens vervoerd naar diverse Oost-Europese bestemmingen waaronder Moskou (Rusland).

In Nederland zijn de tomaten visueel geïnspecteerd. Nadat door de ontvangers in Moskou ten aanzien van een aantal ladingen klachten waren geuit over de kwaliteit van de tomaten, heeft mijn cliënte hierover geklaagd bij Primar.

In opdracht van mijn cliënte onderzocht Cunningham Lindsey Russia de tomaten en stelde zij van haar bevindingen rapporten op. Primar accepteerde de klachten niet. Mijn cliënte betaalde de facturen van Primar betreffende de tomaten waarover door haar Russische afnemers was geklaagd niet.

Mijn cliënte eiste in conventie veroordeling van Primar tot betaling van schadevergoeding. In reconventie eiste Primar veroordeling van mijn cliënte tot betaling van de openstaande facturen.

Oordeel hof

Het hof liet in zijn tussenarrest van 26 oktober 2010 mijn cliënte toe tot het bewijs van haar stelling dat alle partijen tomaten reeds bij belading te oud waren. Bij tussenarrest van 25 september 2012 oordeelde het hof dat door mijn cliënte niet bewezen was dat alle zendingen reeds te oud waren bij de belading in Perpignan. Voorts oordeelde het hof zowel dat het ervan uitging dat de tomaten in Nederland in (uiterlijk) goede staat verkeerden, als dat het mogelijk was dat de tomaten enige tijd later toch gebreken bleken te vertonen als gevolg van ziekte, leeftijd of het onvoldoende in acht nemen van de voorwaarde dat de tomaten steeds (egaal) gekoeld moeten blijven, ook tijdens het vervoer van de tomaten.
In zijn eindarrest oordeelde het hof dat Primar wist, althans behoorde te weten, dat de eindbestemming van de tomaten Moskou was dan wel kon zijn. Deze wetenschap van Primar impliceerde volgens het hof dat de tomaten, teneinde aan de conformiteitseis te voldoen, een zodanige kwaliteit moesten hebben dat zij de reis naar Moskou konden doorstaan.  Op grond van de deskundigenrapporten stond volgens het hof vast dat de tomaten bij aankomst in Moskou niet in goede staat verkeerden en kwam het vervolgens aan op de vraag of het gebrek aan de tomaten was veroorzaakt door de infectie van de tomaten met ziektekiemen opgelopen voorafgaand aan het vervoer, zoals de deskundigen hebben verklaard, of dat het gebrek aan de tomaten aan een andere oorzaak te wijten was.

Dienaangaande oordeelde het hof:

“16.4.1.
De verkoper is aansprakelijk indien de zaken niet aan de overeenkomst beantwoorden op het moment dat het risico op de koper overgaat (artt. 39, 67 en 69 Weens Koopverdrag). (…)

16.4.2.
Primar heeft gesteld dat zij de tomaten aan [eiseres] heeft geleverd in [vestigingsplaats]. Vast staat dat de tomaten in ieder geval van [vestigingsplaats] naar Moskou zijn vervoerd in opdracht en voor rekening van [eiseres]. In dit licht heeft [eiseres] niet betwist dat zij de tomaten bij de overdracht daarvan [de Hoge Raad leest:] van de verschillende transporteurs heeft overgenomen in de zin van art. 69 WK. Vast staat daarnaast dat de tomaten op instructies van [eiseres] in [vestigingsplaats] zijn overgeladen. Conform het bepaalde in art. 69 WK is derhalve het risico dat er iets met de tomaten zou kunnen gebeuren in ieder geval in [vestigingsplaats] op [eiseres] overgegaan. (…)

Nu het hof (evenals de experts) niet heeft kunnen vaststellen dat de tomaten tijdens het transport van [vestigingsplaats] naar Moskou bij een juiste en egale temperatuur zijn vervoerd, kan het hof niet uitsluiten dat de schade aan de tomaten ten tijde van het transport [vestigingsplaats] – Rusland is ontstaan, zodat het hof de conclusie van de experts niet deelt dat de schade niet tijdens het vervoer is veroorzaakt.

Door [eiseres] is onvoldoende gesteld waaruit blijkt dat de tomaten tijdens dat transport wel goed zijn gekoeld c.q. op de juiste temperatuur zijn gehouden, zodat zij op dit punt niet tot nader bewijs zal worden toegelaten.

Het gevolg van al het voorgaande is dat de schade voor rekening van [eiseres] blijft.”

Conform cassatieadvies en -beroep instellen

Door de advocaat die in de feitelijke instanties mijn (latere) cliënte bijgestaan had, werd mij gevraagd om hem cassatieadvies uit te brengen.

Foto.Bellen.Groesbeek

Foto Rob van de Peppel

Na bestudering van het intussen dikke procesdossier en een analyse van ’s hofs arresten kwam ik tot een positief cassatieadvies. Vervolgens zette ik mij aan het opstellen van een cassatiedagvaarding met daarin verschillende cassatiemiddelen. Stel ik cassatieberoep in tegen één arrest, dan volsta ik doorgaans met één (uit verschillende onderdelen, met daarin de klachten) bestaand cassatiemiddel. Stel ik beroep in tegen meerdere arresten, dan staan in de cassatiedagvaarding ook minimaal twee middelen.

 

 “Het is leuk om te klagen dat drie appèlrechters, die geacht worden goede rechters te zijn, hebben zitten slapen.”

(interview met schrijver dezes in de Volkskrant, 30 september 2014)

 

Met de betekening van deze dagvaarding aan Primar was het cassatieberoep voor mijn cliënte (dus) ingesteld en was daarmee het geding in cassatie aanhangig.
In cassatie liet Primar om haar moverende redenen verstek gaan. Ik gaf enkele maanden nadat tegen Primar het verstek verleend was een schriftelijke toelichting op het middel. Advocaat-Generaal mr P. Vlas concludeerde (dus: namens de Procureur-Generaal) tot vernietiging.

foto.kantoor.19.11.14

Foto Charlotte Schoemaker (iPhone 6)

Cassatiemiddelen treffen doel

De Hoge Raad oordeelde als volgt (lay-out iets anders):

“3.3.1

Onderdeel 1 van middel I komt op tegen de hiervoor in 3.2.5 weergegeven rov. 16.4.2 van het eindarrest. Het onderdeel klaagt onder meer dat dit oordeel onjuist of onbegrijpelijk is in het licht van de stelling van [eiseres] dat de tomaten reeds bij de levering in [vestigingsplaats] non-conform waren, aangezien zij behept waren met een verborgen gebrek bestaande in ziektekiemen die verband hielden met omstandigheden rondom de productie en het oogsten van de tomaten in Marokko. Indien komt vast te staan dat de tomaten reeds vóór de levering in [vestigingsplaats] gebrekkig waren, komt de schade op grond van art. 69 Weens Koopverdrag voor rekening van Primar, aldus de klacht.

3.3.2

Deze klacht slaagt. Het hof heeft in rov. 16.4.2, in cassatie onbestreden, geoordeeld dat ingevolge art. 69 Weens Koopverdrag het risico dat er iets met de tomaten zou kunnen gebeuren, in ieder geval in [vestigingsplaats] op [eiseres] is overgegaan. Vervolgens heeft het hof de schade voor rekening van [eiseres] gelaten op de grond dat zij onvoldoende heeft gesteld dat de tomaten tijdens het transport van [vestigingsplaats] naar Moskou goed zijn gekoeld en op de juiste temperatuur zijn gehouden. [eiseres] had echter gemotiveerd betoogd dat de tomaten reeds bij de levering in [vestigingsplaats] gebrekkig waren. Indien dat betoog juist zou zijn, komt de schade voor rekening van Primar op grond van het in cassatie onbestreden oordeel van het hof in rov. 16.4.1 dat de verkoper ingevolge het Weens Koopverdrag aansprakelijk is indien de zaken niet aan de overeenkomst beantwoorden op het moment dat het risico op de koper overgaat. In dat geval is niet meer van belang of de tomaten tijdens het daaropvolgende transport van [vestigingsplaats] naar Moskou goed zijn gekoeld en op de juiste temperatuur zijn gehouden. Het betoog van [eiseres] over de gebrekkigheid van de tomaten bij de levering in [vestigingsplaats] behelst derhalve een essentiële stelling, waaraan het hof niet voorbij had mogen gaan.

3.3.3

De overige klachten van het middel behoeven geen behandeling.

3.4.1

Middel II keert zich tegen het tussenarrest van 26 oktober 2010 en klaagt over onbegrijpelijkheid van het oordeel van het hof in rov. 4.5.1 dat de rechtbank [eiseres] op geen enkel onderdeel van de bewijsopdracht in het haar opgedragen bewijs geslaagd heeft geacht, voor zover het hof daarbij het oog heeft op het in rov. 4.3.4 onder (3) genoemde onderdeel van de bewijsopdracht, inhoudende dat de tomaten niet voldeden aan de door [eiseres] met Primar overeengekomen kwaliteitseis.

3.4.2

In rov. 2.1 van haar eindvonnis heeft de rechtbank overwogen dat aan [eiseres] bij tussenvonnis een drieledige bewijsopdracht is verstrekt, waarvan het onderdeel genoemd onder (c) betrekking had op de stelling van [eiseres] dat de tomaten niet voldeden aan de door haar met Primar overeengekomen kwaliteitseis dat zij de transitduur voor het vervoer naar Moskou zonder kwaliteitsverlies zouden kunnen doorstaan. In rov. 2.9 van haar eindvonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat [eiseres] niet tijdig heeft geklaagd en zich jegens Primar niet meer kan beroepen op non-conforme levering. Daaraan heeft de rechtbank de gevolgtrekking verbonden dat een beoordeling van de bewijsopdracht als verwoord in rov. 2.1 onder (c) van dat eindvonnis buiten beschouwing kan blijven.

Het middel klaagt dan ook terecht dat het hof heeft miskend dat de rechtbank niet is toegekomen aan beoordeling van de vraag of [eiseres] is geslaagd in het bewijs van haar stelling dat de tomaten niet voldeden aan de door haar met Primar overeengekomen kwaliteitseis, en dat de rechtbank derhalve niet heeft geoordeeld dat [eiseres] niet in het bewijs van die stelling is geslaagd.”

Link

Een link naar ’s Hogen Raads arrest staat HIER.