(Aangepast bericht – 19 december 2014)

Noviomagus. Vandaag, vrijdag 19 december 2014, verdedigt Lotte Meurkens haar proefschrift met daarin de centrale vraag of de civielrechtelijke sanctie punitive damages een toekomst heeft in continentaal Europa.

Deze vraag staat centraal in het door Lotte Meurkens op 19 december a.s. te Maastricht te verdedigen proefschrift Punitive Damages (promotores: prof. mr. T. Hartlief en prof. mr. G.E. van Maanen).

De ondertitel van voornoemd proefschrift dekt ten volle de lading: The Civil Remedy in American law, Lessons and Caveats voor Continental Europe.

Lotte was zo aardig om mij een exemplaar van haar dissertatie toe te zenden. De valorisatie behorend bij het proefschrift nodigt reeds meteen uit om dit boek te lezen.

Lotte heeft me uitdrukkelijk en zonder enig voorbehoud toestemming gegeven om de tekst van de valorisatie op deze blog te publiceren. Lezing ervan zij van harte aanbevolen.

Valorisatie behorend bij het proefschrift

1. Maatschappelijke relevantie

De centrale vraag in dit proefschrift is of de civielrechtelijke sanctie punitive damages een toekomst heeft in continentaal Europe. We bevinden ons op het terrein van het privaatrecht, meer specifiek het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht. Een leek zal zich in de eerste plaats afvragen wat wordt bedoeld met punitive damages. Het gaat dan om een sanctie die de civiele rechter in bepaalde omstandigheden naast en bovenop de compensatoire schadevergoeding aan de gedaagde kan toekennen, met als voornaamste functies bestraffing en preventie van ernstige normschendingen. Daarnaast kan dezelfde leek uit de centrale vraag een tweetal algemene bevindingen afleiden: enerzijds wordt de sanctie vandaag de dag nog niet toegepast door civiele rechters in continentaal Europa, anderzijds bestaat daar blijkbaar wel de nodige belangstelling voor.

Niet alleen deze ‘systeemvreemdheid’ van de punitive damages-sanctie in continentaal Europa zorgt ervoor dat zij geen deel uitmaakt van het civielrechtelijke sanctiearsenaal aldaar, ook een ongefundeerd beeld van ‘het onbekende’ vormt een belangrijke reden voor haar afwezigheid.

Wat betreft de eerste bevinding bestaat de maatschappelijke relevantie van de onderzoeksresultaten van dit proefschrift dan ook hieruit, dat zij inzichtelijk maken: a) waarom civiele rechters in continentaal Europa geen punitive damages toewijzen, en b) of de gevoelde Europese weerstand tegen punitive damages nog wel terecht is.

foto.PunitiveDamages

Foto SvS (iPhone 6)

De onbekendheid van continentaal Europese rechtssystemen met punitive damages, een sanctie die haar oorsprong vindt in rechtssystemen die behoren tot de common law-traditie zoals de Verenigde Staten, wordt doorgaans verklaard door een aantal obstakels die intrinsiek zijn aan de civil law-traditie. Zo wordt door tegenstanders van punitive damages aangevoerd dat de sanctie onverenigbaar is met de traditionele functies van het aansprakelijkheidsrecht, de scheiding tussen het publiekrecht en het privaatrecht, en de visie op de rol van de overheid. Niet alleen deze ‘systeemvreemdheid’ van de punitive damages-sanctie in continentaal Europa zorgt ervoor dat zij geen deel uitmaakt van het civielrechtelijke sanctiearsenaal aldaar, ook een ongefundeerd beeld van ‘het onbekende’ vormt een belangrijke reden voor haar afwezigheid. Veelgehoorde argumenten in het Europese debat tegen invoering van punitive damages hebben namelijk te maken met angst voor het excessief gebruik van civiele procedures hetgeen zal leiden tot een ongewenste claimcultuur, angst voor exorbitante civiele schadevergoedingen, angst voor civiele rechters die zich ongelegitimeerd op het terrein van de strafrechter begeven, et cetera.

De maatschappelijke relevantie van de onderzoeksresultaten wordt eveneens duidelijk wanneer men de tweede bevinding, betreffende de Europese belangstelling voor punitive damages, nader bestudeert. Deze belangstelling valt immers niet alleen uit juridisch oogpunt te verklaren, maar bijvoorbeeld ook uit sociaal-economisch en politiek oogpunt. De belangstelling voor punitive damages in continentaal Europa is tweeledig en vormt tevens de aanleiding voor dit onderzoek. In de eerste plaats is er toenemende aandacht voor privaatrechtelijke handhaving van verschillende rechtsgebieden, zoals het mededingingsrecht, persoonlijkheidsrechten en mensenrechten, het milieurecht, het consumentenrecht, en het intellectuele eigendomsrecht. Bij deze ontwikkeling, die zowel op Europees als op nationaal niveau waarneembaar is, gaat het om situaties waarin privaatrechtelijke handhaving als aanvulling op publiekrechtelijke handhaving kan dienen. Inderdaad vormt volgens rechtseconomen een combinatie van private en publieke handhaving het ideale handhavingssysteem. Als oorzaak van de toenemende aandacht voor privaatrechtelijke handhaving wordt onder meer genoemd de terugtredende overheid, bijvoorbeeld op het terrein van toezicht en sociale zekerheid, en de toenemende privatisering, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg en energievoorziening.

Het type normschending binnen het privaatrecht dat zich hier voornamelijk voor zal lenen is opzettelijk, calculerend en ernstig wangedrag (intentional, calculative and grave misconduct). Niet toevallig is dit het soort gedrag waarvoor de sanctie primair wordt toegepast in de Verenigde Staten.

Omdat de punitive damages-sanctie in de Verenigde Staten al sinds jaar en dag wordt gezien als belangrijk handhavingsmechanisme, waarbij de burger de sanctie in de rol van zogenaamde private attorney general als wapen kan inzetten in een civiele procedure, duikt zij nu ook op in het Europese debat. In de tweede plaats is, vooral op nationaal niveau, steeds vaker een roep om steviger sancties ter preventie en bestraffing van ernstige normschendingen binnen het privaatrecht hoorbaar. Dit zou het antwoord zijn op het handhavingstekort dat is ontstaan doordat de belangrijkste civiele remedie in rechtssystemen met een civil law-traditie, de compensatoire schadevergoeding, niet voldoende lijkt opgewassen tegen ernstig wangedrag waarmee immers ook de civiele rechter kan worden geconfronteerd. Met andere woorden: in de bestaande situatie wordt noch al het onrecht bestreden, noch alle schade vergoed. De punitive damages-sanctie kan, zo is het idee, niet alleen publiekrechtelijke handhavingsmechanismen aanvullen, maar ook het privaatrechtelijke sanctiearsenaal versterken en zodoende ‘tanden aan het privaatrecht’ geven. Dit zal tevens tegemoetkomen aan de door ernstig benadeelde slachtoffers steeds vaker geuite wens om recht te hebben op meer dan alleen een compensatoire schadevergoeding. Het type normschending binnen het privaatrecht dat zich hier voornamelijk voor zal lenen is opzettelijk, calculerend en ernstig wangedrag (intentional, calculative and grave misconduct). Niet toevallig is dit het soort gedrag waarvoor de sanctie primair wordt toegepast in de Verenigde Staten.

2. Doelgroepen

We zien dus dat in het licht van de verschuiving van het zwaartepunt van publiekrechtelijke handhaving naar privaatrechtelijke handhaving, alsmede de roep om steviger sancties ter preventie en bestraffing van ernstige normschendingen binnen het privaatrecht, de Europese belangstelling voor punitive damages de laatste jaren sterk is toegenomen. Dit Engelstalige proefschrift is niet alleen relevant voor wetenschappers die zich, binnen en buiten Nederland, bezighouden met de centrale vraag of er inderdaad een toekomst ligt voor punitive damages in continentaal Europa, maar ook voor beleidsmakers, overheidsorganen zoals toezichthouders, en wetgevers die nadenken over privaatrechtelijke handhaving en steviger sancties binnen het privaatrecht. Daarnaast is dit boek nuttig voor slachtoffers, rechters, advocaten en verzekeraars die zich geconfronteerd zien met ernstige normschendingen. In dit proefschrift is betoogd dat de bezwaren tegen invoering van de civiele sanctie momenteel weliswaar nog als onoverkomelijk worden beschouwd, maar ook dat voor elk van deze bezwaren wel een oplossing te bedenken valt.

Anders dan buitenstaanders veelal denken, wijzen Amerikaanse rechters zelden punitive damages toe in zaken waarin letselschade als gevolg van nalatigheid (negligence) of ongelukken centraal staat.

Ter stimulering van het debat is een voorzichtige aanzet tot eventuele oplossingen gegeven in paragraaf 10.2.1.1. Daarnaast is in paragraaf 10.4 een aantal aanbevelingen gedaan die als verder uitgangspunt in het debat kunnen dienen. In dit kader is onder andere van belang dat de beslissing om punitive damages toe te wijzen eerst en vooral een beleidskeuze is; de keuze voor punitive damages als handhavingsmechanisme is een optie, wat nog niet betekent dat zij op dit moment ook realistisch is. In ieder geval vraagt een dergelijke beslissing om een zorgvuldig afgewogen oordeel met betrekking tot de werking, reikwijdte en betekenis van de civiele sanctie. Gelet op de ruime Amerikaanse ervaring met de punitive damages-sanctie, refereert dit proefschrift voor wat betreft dit oordeel voornamelijk aan het Amerikaanse recht. Het Europese debat wordt namelijk nog steeds beheerst door onwetendheid waar het gaat om het punitive damages-leerstuk in het Amerikaanse rechtssysteem. Deze onwetendheid zit een scherp debat op juiste uitgangspunten in de weg, terwijl alleen een juiste voorstelling van zaken het mogelijk maakt om het debat op een goede manier te laten verlopen.

Punitive damages-claims worden door Amerikaanse rechters het vaakst toegewezen wanneer sprake is van opzettelijke onrechtmatige daden zoals aanranding en mishandeling, gevallen van laster en smaad, en ernstig wangedrag zoals fraude, discriminatie op de werkvloer en bad faith insurance.

De belangrijkste doelstelling van dit proefschrift is dan ook het vergroten van het begrip van het punitive damages-leerstuk. Uit de analyse van het Amerikaanse recht in de hoofdstukken twee tot en met vijf komt een aantal verrassende lessen en waarschuwingen naar voren. Onder meer is gebleken dat de sanctie niet excessief door Amerikaanse rechters wordt toegepast, noch qua aantal zaken noch qua hoogte van de bedragen, en in andere gevallen dan doorgaans wordt gedacht. Anders dan buitenstaanders veelal denken, wijzen Amerikaanse rechters zelden punitive damages toe in zaken waarin letselschade als gevolg van nalatigheid (negligence) of ongelukken centraal staat. Punitive damages-claims worden door Amerikaanse rechters het vaakst toegewezen wanneer sprake is van opzettelijke onrechtmatige daden zoals aanranding en mishandeling, gevallen van laster en smaad, en ernstig wangedrag zoals fraude, discriminatie op de werkvloer en bad faith insurance.

3. Activiteiten en producten

Voor het antwoord op de vraag naar de manier waarop de onderzoeksresultaten worden vertaald naar activiteiten en producten zij in de eerste plaats verwezen naar het proefschrift zelf, meer specifiek het introducerende hoofdstuk een en het concluderende hoofdstuk tien. Met name waar het gaat om de context, reikwijdte en resultaten van het onderzoek is het voor een volledig overzicht nuttig om in ieder geval deze hoofdstukken te raadplegen. Afgezien van het proefschrift heb ik mijn onderzoeksresultaten verwerkt – en daarmee een bijdrage geleverd aan het huidige Europese debat – in twee publicaties die in 2012 en in 2014 zijn verschenen.[1] Naar verwachting zal ik ook in de toekomst nog over dit onderwerp publiceren en presenteren. Zo werk ik op het moment van schrijven van deze valorisatie aan twee wetenschappelijke publicaties over punitive damages en punitieve elementen in het Nederlandse privaatrecht. De eerste publicatie schrijf ik samen met een Europees georiënteerde onderzoeksgroep die ik heb leren kennen tijdens een seminar over punitive damages in Londen, de tweede samen met Emily Nordin, co-redacteur van het hiervoor aangehaalde boek ‘The Power of Punitive Damages – Is Europe Missing Out?’ en onlangs gepromoveerd op een soortgelijk onderwerp aan de Universiteit van Antwerpen.[2]

4. Innovatie

Dit proefschrift is innovatief te noemen omdat het meer inzicht geeft in het punitive damages-leerstuk an sich. Zoals weergegeven in paragraaf 2 hiervoor, is de belangrijkste doelstelling van dit proefschrift het vergroten van het begrip van de civiele sanctie, zodat het debat op de juiste gronden kan worden gevoerd. Het is immers op zijn minst opmerkelijk te noemen dat in het verleden gedane beweringen over punitive damages nauwelijks door feiten en cijfers werden ondersteund, terwijl deze vaak negatieve beweringen een behoorlijk grote rol spelen met betrekking tot de in Europe gevoelde weerstand ten opzichte van de civiele sanctie.

Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat in het verleden gedane beweringen over punitive damages nauwelijks door feiten en cijfers werden ondersteund

Hoewel punitive damages al geruime tijd op de agenda staat van wetenschappers in continentaal Europa, voorziet het huidige aanbod van publicaties nog niet in soortgelijke onderzoeksresultaten met betrekking tot de werking, reikwijdte en betekenis van de civiele sanctie in het Amerikaanse recht.[3] Ook is dit proefschrift innovatief te noemen omdat het op basis van de bestudering van het Amerikaanse recht een reeks aanbevelingen doet aan deelnemers in het Europese punitive damages-debat.

5. Planning en realisatie

Afgezien van in de toekomst nog te schrijven wetenschappelijke publicaties, zal ik proberen het valorisatietraject verder vorm te geven door het genereren van media-aandacht, zoals van kranten en opiniebladen. Tevens ben ik voornemens om het proefschrift te sturen naar (overheids)instanties die zich voor het onderwerp zullen interesseren. Men kan dan bijvoorbeeld denken aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, nationale en Europese rechters, de Europese Commissie, de Raad voor de Rechtspraak, de Nederlandse Orde van Advocaten, maar ook aan specialistische organisaties zoals de Vereniging van Letselschadeslachtoffers, het Verbond van Verzekeraars, en de Asbestslachtoffers Vereniging Nederland.

[1] L. Meurkens & E. Nordin (eds.), The Power of Punitive Damages – Is Europe Missing Out?, Antwerp: Intersentia, 2012; Lotte Meurkens, ‘The Status Quo of Punitive Damages Rejection in Europe: Toward More Liberalness?’, in: G.-R. de Groot et al. (red.), Recht op Kritiek – liber amicorum Gerrit van Maanen, Deventer: Kluwer 2014.

[2] Nordin, E., De Schadevergoeding in het Aansprakelijkheidsrecht: tussen Compensatie en Handhaving (diss. Antwerpen), Antwerpen: Universiteit Antwerpen, 2014.

[3] Zie voor een overzicht van relevante bestaande literatuur met name het eerste hoofdstuk alsmede de literatuurlijst van dit proefschrift.