Ontwikkelingen bij de opzegging van onbenoemde duurovereenkomsten
Ontwikkelingen bij de opzegging van onbenoemde duurovereenkomsten
  Kort bericht
Het Tijdschrift Overeenkomst in de Rechtspraktijk (ORP) heeft vanwege zijn vijftienjarig bestaan een themanummer gewijd aan de ontwikkelingen in het contractenrecht in deze periode. In dit nummer staat een artikel van kantoorgenoot dr. Roderic ter Rele en Juliëtte Sampers, advocaat te Roermond, over de ontwikkelingen sinds 2010 bij de opzegging van onbenoemde duurovereenkomsten. Zij brengen de rechtspraak van de Hoge Raad hierover in kaart en maken een vergelijking met de opzegging van enkele benoemde duurovereenkomsten: de arbeidsovereenkomst, de huurovereenkomst en de agentuurovereenkomst.

Sampers en Ter Rele constateren dat de Hoge Raad door zijn genuanceerde benadering bij de opzegging van onbenoemde duurovereenkomsten veel ruimte aan de rechter laat om in een concreet geval maatwerk te leveren. Aan de ene kant is het wenselijk dat de rechter deze ruimte heeft, gezien de sterk uiteenlopende belangen die kunnen spelen bij de opzegging van zulke overeenkomsten. Maar aan de andere kant zou het voor de rechtspraktijk prettig zijn als een contractspartij in zekere mate weet waar zij aan toe is als zij een onbenoemde duurovereenkomst wenst op te zeggen. Dat is bij de huidige stand van de rechtspraak onvoldoende het geval, aldus Sampers en Ter Rele. Zij doen aanbevelingen om meer houvast te creëren voor contractspartijen.

Lezing van het artikel van Sampers en Ter Rele zij van harte aanbevolen.

 

Nieuwsbrief