Vincent van Gogh in het Kröller-Müller Museum (foto SvS, iPhone 7)

Noviomagus. In de editie van het NJB van komend weekend staat een door Coen Drion geschreven Vooraf. Het heeft als opschrift Rechtsbescherming en internationaal privaatrecht.

Welk punt maakt Drion? In het verbintenissenrecht heeft de rechter door allerlei open normen veel mogelijkheden om tot een redelijk resultaat te komen. In het goederenrecht en insolventierecht is dat anders. Zo ook en bovendien met name in het internationaal privaatrecht. Denk onder mer aan de rechtskeuze bij internationale overeenkomst, met welke keuze dwingend recht weg wordt gecontracteerd, en aan de zeer beperkte rol van openbare orde-excepties bij erkenning- en tenuitvoerleggingkwesties, de grote ruimte voor bevoegdheden van buitenlandse curatoren, alsmede immuniteit van jurisdictie. Het liberale gehalte van het Nederlandse internationaal privaatrecht berust op de premisse dat in de kern het vreemde recht deugt alsmede de premisse dat internationale organisaties en buitenlandse staten naar behoren functioneren. Van de juistheid van deze premissen kan echter (lang) niet altijd vanzelfsprekend uitgegaan worden. Daarom is er reden om het bestaande instrumentarium, zoals de openbare orde, op te poetsen.

Lezing van voornoemd Vooraf zij van harte aanbevolen. Een link staat HIER.