Zuthpense waterkraan, niet onregtmatig
Ontdek je plekje in Zutphen

Als er voor ons civilisten locaties zijn die wij moeten aandoen, dan behoort daartoe zeker het pand waarvan door schrijver dezes op 30 december 2012 te Zutphen de foto hiernaast gemaakt is (tijdens een jaarlijkse sombertocht van civilisten die als onderzoeker werkzaam zijn of geweest zijn op de Leidse of Groningse rechtenfaculteit). In dit pand bevond zich de kraan waar ’s Hogen Raads bekende arrest De Zutphense waterkraan naar genoemd zou worden: HR 10 juni 1910, W. 9038.

De lederwaren van Nijhof en de gesprongen waterleiding

Nijhof, de handelaar in lederwaren, had voor de opslag daarvan de begane grond van dit pand in gebruik. Na een nacht strenge vorst sprong de waterleiding. De bewoonster van de bovenwoning weigerde ondanks Nijhofs dringende verzoek om de kraan dicht te draaien. De voorraad lederwaren raakte onherstelbaar beschadigd. Toen de bovenbuurvrouw uiteindelijk na bemiddeling van de politie de kraan alsnog dichtdraaide, was het namelijk al te laat.

Anno 1910: “onregtmatig”

Zij kwam er, zoals wij weten, mee weg: de bovenbuurvrouw hoefde Nijhofs schade niet te vergoeden. Zij had, hoezeer ’s Hogen Raads arrest ook (fel) bekritiseerd zou worden, geen “onregtmatige” daad gepleegd. Het arrest Lindenbaum/Cohen zou pas ruim acht en een half jaar later gewezen worden, nl. op 31 januari 1919.