De Waalbrug hedenmiddag, bezien vanaf het Valkhofpark (foto SvS, iPhone 13 Pro Max)

Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor, prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ), steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek,Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.

Noviomagus. Zo nu en dan bemerk ik dat een advocaat spreekt of schrijft over zijn/haar ‘klanten’. Advocaten echter hebben cliënten. Dit leerde ik op mijn eerste werkdag in de advocatuur. Daarbij werd me voorgehouden dat een taxichauffeur of een prostituee klanten heeft, maar dat een advocaat cliënten heeft.

In de Gedragsregels en in de jurisprudentie van raden van discipline en het Hof van Discipline gaat het om ‘cliënten’ en niet om ‘klanten’.

Is in een processtuk iets opgemerkt of aangegeven?

In menig processtuk lees ik ‘zoals reeds opgemerkt’ of ‘zoals reeds aangegeven’ is. Dat stemt me tot droefheid. Immers, in een processtuk stel je iets. Zo bepaalt art. lid 1 149 Rv (onderstreping toegevoegd):

„Tenzij uit de wet anders voortvloeit, mag de rechter slechts die feiten of rechten aan zijn beslissing ten grondslag leggen, die in het geding aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en die overeenkomstig de voorschriften van deze afdeling zijn komen vast te staan. Feiten of rechten die door de ene partij zijn gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende zijn betwist, moet de rechter als vaststaand beschouwen, behoudens zijn bevoegdheid bewijs te verlangen, zo vaak aanvaarding van de stellingen zou leiden tot een rechtsgevolg dat niet ter vrije bepaling van partijen staat.”

Zo voorts bepaalt het tweede lid van art. 149 Rv dat feiten van algemene bekendheid en algemene ervaringsregels door de rechter aan zijn beslissing ten grondslag  gelegd mogen worden en geen bewijs behoeven (onderstreping toegevoegd): „ongeacht of zij zijn gesteld.” 
Wij ‘geven’ in een processtuk geen feiten ‘aan’. Wij stellen feiten. En als wij argumenteren in een processtuk, dan stellen wij eveneens.

Overigens vind ik dat juristen ‘aangeven’ nimmer mogen gebruiken als alternatief voor ’te kennen geven’. Ik gebruik ‘aangeven’ uitsluitend in de zin van overhandigen of aanreiken. (Hij geeft haar de vulpen aan.)

De rechter is van mening?

Niet zelden  lees ik in een processtuk dat een rechtbank of gerechtshof iets ‘vindt’ of ‘meent’.  Ook lees ik wel dat een dergelijk gerecht ‘van mening is’. Dat stemt mij tot droefheid. Want een rechtbank of gerechtshof oordeelt of beslist respectievelijk is gekomen tot een oordeel of een beslissing.

Parlementaire geschiedenis ‘bij’ art. 6:89 BW?

Menigeen schrijft dat uit de parlementaire geschiedenis ‘bij’ bijvoorbeeld art. 6:89 BW blijkt dat iets aan de rechter overgelaten is. Fout. Een parlementaire geschiedenis  is er niet ‘bij’ een wetsartikel. Het is toch echt de parlementaire geschiedenis van dit artikel. Weliswaar schrijven vele rechtswetenschappers en praktijkjuristen ‘bij’. Maar daarmee is slechts gegeven dat velen het verkeerd doen. Juist daarom vestig ik er hier de aandacht op.

De ‘nodige’ vragen oproepen?

Te vaak lees ik dat bijvoorbeeld (een overweging in) een arrest ‘de nodige’ vragen oproept of problemen meebrengt. Hoezo ‘de nodige’? Zijn die vragen of problemen ‘nodig’?
Nadat ik in een concept van een hoofdstuk van mijn proefschrift in een soortgelijke context (ook) ‘de nodige’ geschreven had en dit concept bij prof. Brunner ingeleverd had, was in het door hem becommentarieerde concept  ‘de nodige’ doorgestreept. Dat was volkomen terecht.

Partner bij Jansen & De Vries

Op het LinkedIn-profiel van X wordt bijvoorbeeld vermeld ‘Partner bij Jansen & De Vries’. Mooi natuurlijk dat X partner is. Maar wat doet X nu eigenlijk precies?
Zo’n vraag rijst niet (meteen) als de kantoornaam is ‘Jansen & De Vries Advocaten’. Is het evenwel ‘Jansen & De Vries’, dan doet X er verstandig aan om te vermelden ‘Advocaat | Partner bij Jansen & De Vries’. Dat is informatiever.

Wat stel je in?

Recentelijk las ik in een processtuk over het ‘instellen van een procedure’. Fout. Een eis stel je in (vlg. art. 3:316 lid 1 BW). Ook hoger beroep en cassatieberoep stel je in. Een procedure echter stel je niet in, maar entameer, start  of begin je.

Vorige aflevering van deze taalrubriek

Een link naar de vorige aflevering van deze veelgelezen rubriek staat HIER.

Suggesties voor deze rubriek, Taallesjes voor Juristen, kunt u mailen naar taallesjes@vscc.nl.