Foto.Waalburg.januari.2015

De Waalbrug afgelopen januari (foto SvS, iPhone 6)

Noviomagus. In het vorige blogbericht is al vermeld dat de Hoge Raad afgelopen vrijdag de gerechtshoven Amsterdam en ”s-Hertogenbosch teruggefloten heeft met betrekking tot op basis van een pilot rauwelijkse ambtshalve verlening van aktes niet-dienen. MEER Op voornoemde, voor de civiele advocatuur en vooral voor onze cliënten heugelijke dag heeft de Hoge Raad nòg iets moois gedaan, in een andere zaak.

Hoezo appellant niet-ontvankelijk als memorie van grieven tijdig per fax wordt ingediend?

Je kunt het in dit blogbericht centraal staande arrest interpreteren als een bestraffing – en volkomen terechte – uithaal naar degenen die (mede) verantwoordelijk zijn voor de laatste zin van de eerste alinea van art.2.1 (met als hoofdje „Tijdstip en wijze van indiening”) van het Pilotreglement civiele dagvaardingszaken van het Bossche en het Amsterdamse Hof.

Foto.bureau.maart.2015

Foto Lotte Oostdam (iPhone 6)|

Dit vermaledijde art. 2.1 bepaalt (onderstreping toegevoegd):

„Voor zover in artikel 3.1 niet anders is bepaald, wordt een voor een roldatum bestemd processtuk uiterlijk op het inlevertijdstip ter griffie ingediend door verzending per post of door afgifte aan de centrale balie. Per telefax ingediende processtukken worden niet in behandeling genomen.

Rücksichtslos placht in voornoemde andere zaak een akte niet-dienen te worden verleend, omdat uitstel niet meer mogelijk was en volgens het Bossche hof geen memorie van grieven voor de betreffende rolzitting om 10.00 uur ingediend was, ofschoon deze memorie nu juist per fax vóór genoemd tijdstip per fax bij de griffie ingediend was (en ofschoon dit processtuk de volgende dag per post bij de griffie binnengekomen was). In casu beriep het hof zich op voornoemde laatste zin (deze stond overigens in het pilot-reglement van het hof, maar te dezen was er geen verschil). Bij gebreke van grieven werden appellanten in deze zaak door het Bossche hof niet-ontvankelijk in hun hoger beroep verklaard.

Onverbindende bepaling in het Landelijk procesreglement

De Hoge Raad komt in rov. 3.4.4 tot de – veelzeggende – slotsom (onderstreping toegevoegd):

„Het vorenstaande brengt mee dat art. 33 Rv aldus moet worden uitgelegd dat de in art. 33 lid 1 Rv neergelegde beperking van het elektronisch verkeer tot gevallen waarin daarin is voorzien in een voor dat gerecht vastgesteld procesreglement, niet geldt voor faxverkeer en dat daarvoor is blijven gelden de in 2002 in art. 33 Rv gecodificeerde regel dat stukken die door middel van faxapparatuur vóór 24.00 uur van de laatste dag van een lopende termijn ter griffie zijn ontvangen, gelden als binnen de termijn ingediend. In zoverre is de bepaling in art. 2.1 van het ‘Procesreglement per 1 januari 2013 voor de pilot civiele dagvaardingszaken bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch’ onverbindend. Opmerking verdient dat hetzelfde geldt voor de gelijkluidende bepaling (art. 2.1) in het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingsprocedures bij de hoven.”

Overtuigende motivering

Sjef van Swaaij

Vorige maand in Twente (foto Rob van de Peppel)

Het cassatiecollege oordeelt (lay-out iets anders):

„3.3

Onderdeel 1.1 is gericht tegen rov. 3.2.1-3.2.3 en klaagt dat het hof de tijdig per fax ingediende memorie van grieven niet in behandeling heeft genomen, althans in het arrest van de desbetreffende rolbeslissing niet is teruggekomen, waartoe het aanvoert dat art. 2.1 van het pilotreglement in verbinding met art. 33 lid 1 Rv er niet aan afdoet dat een op zichzelf tijdig per fax bij de griffie van het hof aangekomen memorie van grieven door het hof in behandeling moet worden genomen en dat geen akte niet-dienen behoort te worden verleend, althans indien deze memorie de volgende dag alsnog per post ter griffie wordt bezorgd.

3.4.1
Bij de op 1 januari 2002 in werking getreden wetgeving houdende de vernieuwing van het burgerlijk procesrecht is in art. 33 Rv de in de voorafgaande jaren door de Hoge Raad ontwikkelde rechtspraak met betrekking tot het indienen per fax van verzoekschriften gecodificeerd en geldend gemaakt voor alle procedures, instanties en processtukken. Het artikel luidde:

“Stukken die door middel van faxapparatuur vóór 24.00 uur van de laatste dag van een lopende termijn ter griffie zijn ontvangen, gelden als binnen de termijn ingediend.”

3.4.2
Bij de Wet afschaffing procuraat en invoering elektronisch berichtenverkeer (Stb. 2008, 100) is art. 33 Rv gewijzigd. Het luidt thans, voor zover hier van belang:

“1. Verzoeken en mededelingen kunnen ook elektronisch worden gedaan, indien van deze mogelijkheid voor het desbetreffende gerecht blijkt uit een voor dat gerecht vastgesteld procesreglement. (…) De voorgaande zinnen gelden mede voor de indiening van processtukken ter griffie en de verzending van processtukken door de griffier.

(…)

3. Als tijdstip waarop een verzoek, mededeling of processtuk door een gerecht elektronisch is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het verzoek, mededeling en processtuk een systeem voor gegevensverwerking heeft bereikt waarvoor het gerecht verantwoordelijkheid draagt. Verzendingen die voor 24.00 uur van de laatste dag van een lopende termijn zijn ontvangen, gelden als binnen de termijn ingediend.”

In de memorie van toelichting is onder meer vermeld:

“Ook de verzending per fax is een vorm van elektronisch verkeer. Tegenwoordig zijn er meer en meer mengvormen waarbij fax en computer met elkaar worden gecombineerd en kunnen faxdocumenten geheel papierloos worden verwerkt.” (Kamerstukken II, 2006-2007, 30 815, nr. 3, p. 13),

In die memorie is overigens geen afzonderlijke aandacht besteed aan het per fax verzenden van stukken aan griffies. Wel is opgemerkt dat het de bedoeling is dat op termijn ook processtukken elektronisch kunnen worden verzonden (memorie van toelichting, p. 14). In de brief van de Staatssecretaris van Justitie van 1 oktober 2007, waarbij het ontwerp voor de algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van art. 33 lid 2 Rv aan de Tweede Kamer werd voorgelegd (Kamerstukken II, 2007-2008, 30 815, nr. 9), alsmede in de nota van toelichting bij die amvb (Besluit van 3 juli 2008, Stb. 2008, 275) is opgemerkt:

“Het besluit ziet niet op de verzending van overige berichten, zoals processtukken. Deze stukken dienen vooralsnog op de gebruikelijke wijze aan een gerecht te worden doen toegekomen.”

3.4.3
Noch in de hiervoor geciteerde passages uit de parlementaire geschiedenis, noch elders, wordt aandacht geschonken aan de omstandigheid dat de indiening van processtukken per fax krachtens de rechtspraak van de Hoge Raad reeds omstreeks vijftien jaar – sedert HR 27 november 1992, ECLI:NL:HR1992:ZC0778, NJ 1993/569 – en inmiddels ook sinds enkele jaren wettelijk, mogelijk was. Tegen de achtergrond van een van de doelstellingen van de Wet afschaffing procuraat en invoering elektronisch berichtenverkeer, welke doelstelling juist een verruiming van de mogelijkheden van elektronisch verkeer beoogde, moet daarom worden aangenomen dat de wetgever met de wijziging van art. 33 Rv niet heeft willen afdoen aan de reeds jarenlang bestaande mogelijkheid processtukken per fax in te dienen.

3.4.4
Het vorenstaande brengt mee dat art. 33 Rv aldus moet worden uitgelegd dat de in art. 33 lid 1 Rv neergelegde beperking van het elektronisch verkeer tot gevallen waarin daarin is voorzien in een voor dat gerecht vastgesteld procesreglement, niet geldt voor faxverkeer en dat daarvoor is blijven gelden de in 2002 in art. 33 Rv gecodificeerde regel dat stukken die door middel van faxapparatuur vóór 24.00 uur van de laatste dag van een lopende termijn ter griffie zijn ontvangen, gelden als binnen de termijn ingediend. In zoverre is de bepaling in art. 2.1 van het ‘Procesreglement per 1 januari 2013 voor de pilot civiele dagvaardingszaken bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch’ onverbindend. Opmerking verdient dat hetzelfde geldt voor de gelijkluidende bepaling (art. 2.1) in het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingsprocedures bij de hoven.

3.5
Onderdeel 1.1 klaagt derhalve terecht erover dat het hof de per fax ingediende memorie van grieven – waarvan vaststaat dat die tijdig is ingekomen – niet in behandeling heeft genomen, dat [eisers] akte niet-dienen is verleend en dat het hof [eisers], bij gebrek aan grieven, in hun hoger beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard.”

Commentaar

Hulde!

Link

Een link naar het arrest staat HIER.