Zicht hedenmiddag op de Groesbeekseweg vanuit mijn kamer op kantoor (foto SvS, iPhone 12 Pro Max)

Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor, prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ), steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek, Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.

Noviomagus. „Zonder uw spoedige, andersluidende tegenbericht, vertrouw ik u graag akkoord met dit tariferen en deze toepasselijkheid [van de algemene voorwaarden, schrijver dezes].  Het geciteerde, dat in een opdrachtbevestiging staat, is niet ondubbelzinnig. Immers, vertrouw ik erop dat u er ‘graag’ akkoord mee bent? Of vertrouw ik er ‘graag’ op dat u ermee akkoord bent?

Overigens is dit een hand in eigen boezem, want die opdrachtbevestiging was door mij ondertekend.

Toelichting op de Verordening op de advocatuur

In de toelichting op de Verordening op de advocatuur wordt minst genomen vier keer de woordcombinatie ‘brengt met zich mee’ gebezigd. Zo valt te lezen in de toelichting op artt. 7.1 en 7.2 Voda:

„De vertrouwensrelatie tussen de advocaat en zijn cliënt brengt met zich mee dat een advocaat, zo lang redelijke aanwijzingen van het tegendeel ontbreken, in beginsel mag afgaan op de juistheid van gegevens die zijn cliënt hem verstrekt.”

Iets brengt mee of iets brengt met zich. Iets ‘met zich meebrengen’ is dubbelop. Overigens zou volgens Onze Taal die woordcombinatie tegenwoordig toegestaan zijn. Maar wij juristen moeten strak, niet dubbelop, schrijven.

Gaat het schip stranden?

Met de uitdrukking ‘Ik zie wel waar het schip strandt’ pleegt bedoeld te worden dat men wel ziet waar men uitkomt respectievelijk wat het wordt.

Niet zelden komt het voor dat iemand die mij (na een positief cassatieadvies) opdracht geeft om cassatieberoep in te stellen erbij zegt wel te zien waar het schip strandt. Mijn reactie pleegt te zijn dat ik die uitdrukking ongelukkig, want te negatief, vind. Weliswaar kan de Hoge Raad het cassatieberoep verwerpen. Maar het ongelukkige van die uitdrukking is de aanname die erin zit dat het schip hoe dan ook, ergens, zou stranden en dat het slechts de vraag zou zijn waar dit zou gebeuren. Dit is de reden waarom schrijver dezes nooit zegt of schrijft dat hij wel ziet waar het schip strandt. Die uitdrukking heeft te veel in zich van een (negatieve) selffulfilling prophecy.

Vrouwelijk/mannelijk/onzijdig

In een incidenteel vonnis las ik zeer recent dat „de zaak op grond van het bepaalde in artikel 94 lid 2 Rv in zijn geheel”  dient te worden verwezen. Fout, want zaak is vrouwelijk. Het is daarom de zaak in haar geheel.

In een recent artikel in het WPNR valt te lezen dat wijlen W. Snijders in zijn rede De betrekkelijke waarde van de wet in euroland drie voorbeelden besprak waarin hij vrije wetstoepassing  al dan niet ‘op zijn plaats’ achtte. Fout, want toepassing is vrouwelijk. Het is daarom op haar plaats.

Te veel worden zulke fouten gemaakt. Zo lees ik nog steeds – in deze taalrubriek is er al eerder op gewezen – te vaak dat het hof bij ‘haar’ arrest iets beslist heeft en/of dat de Hoge Raad een uitspraak gedaan heeft waarmee ‘zij’ iets verduidelijkt heeft. Ook fout. Bij een ‘het’-woord  –  het is onzijdig  –  wordt het ‘zijn’, tenzij het echt ‘haar’ moet zijn, zoals bij ‘het meisje’ (het meisje en haar fiets). En Hoge Raad (raad) is mannelijk.

Zulke fouten zijn storend en stemmen mij tot droefheid. Wie de vorm beheerst, is de inhoud meester (Frits Bolkestein). Weliswaar zeg ik niet dat wie de vorm niet beheerst, de inhoud ‘dus’ niet meester zou zijn. Maar het niet beheersen van de vorm wekt geen vertrouwen.

Die of dat?

Te vaak bemerk ik dat juristen in een telefoongesprek of face to face een storende fout maken in de trant van  ‘het hof die’, terwijl zij zo’n fout in een e-mail of een brief niet zouden maken. Ik heb de mogelijk wat onhebbelijke eigenschap om mijn gesprekspartner er meteen op te wijzen dat het toch echt ‘dat’ in plaats van ‘die’ is. Zeker voor een jurist is niet pardonnerend dat de fout ‘slechts’ verbaal gemaakt is. (Bij aspirant-opdrachtgevers en opdrachtgevers ben ik natuurlijk wel voorzichtig.)

Wie de mondelinge vorm beheerst …

Vorige aflevering van deze taalrubriek

Een link naar de vorige aflevering van deze veelgelezen rubriek staat HIER.