
Foto SvS (iPhone 5s)
Noviomagus. Als ik met de trein reis, pleeg ik in een stiltecoupé plaats te nemen, tenzij ik verwacht tijdens het af te leggen traject over het spoor te moeten telefoneren.
Met name in het weekend maak ik mee dat medereizigers in de stiltecoupé, met name dagjesmensen, zich niet realiseren dat stilte niets meer of minder betekent dan afwezigheid van geluid en dat in deze coupé daarom zowel gewoon praten als fluisteren verboden is. Let wel: fluisteren kan ook hinderlijk zijn als je juist in een stiltecoupé bent gaan zitten omwille van de stilte.
Taalkundige betekenis
Ik maak er een punt van. Soms krijg ik een grote mond terug. Ik beroep me gewoon op de taalkundige betekenis van “stilte”. Mooi voorbeeld van waarom volgens HR 20 februari 2004, NJ 2005, 493 (DSM/Fox) de taalkundige betekenis van de betreffende bewoording “{…} [i]n praktisch opzicht {…} vaak wel van groot belang {…}” is.
Niemand die het vervolgens heeft over een bedoeling dat fluisteren wèl zou mogen. De macht van het geschreven woord.
Maar ook als iemand over Haviltex begint, scoort hij/zij daarmee niet: wat betreft de bedoeling van “Stilte” trekt hij ook aan het kortste eind. Zijdens de NS is met “Stilte” ook inderdaad bedoeld dat ook fluisteren verboden is: in een stilte-zone moet het ook „echt stil” zijn, zo lees je op de site de NS. Een link naar de betreffende pagina staat HIER.
Zonodig dreig ik de conducteur erbij te halen, en als het ook dan niet helpt – maar dat komt zelden voor –, voeg ik de daad gewoon bij het woord. De conducteur bevestigt vervolgens dat “Stilte” ook echt impliceert dat ook fluisteren verboden is.
Prinzipiënreiter?

Foto SvS (iPhone 5s)
Overigens is het bij mij geen pavlovreactie: als ik er geen last van heb, laat ik het erbij. Een vleugje pragmatisme is goed. De teugels moet men kunnen laten vieren. Het is goed om geen prinzipiënreiter te zijn.
Pleasen hoeft niet
Ik maak me met mijn assertiviteit, als het om het bewaken van de stilte in een stiltecoupé gaat, niet altijd even geliefd, behalve bij stiltecoupégenoten die zelf te lui of te laf zijn om er een punt van te maken, maar zich intussen ergeren aan het doorbreken van de stilte.
Degenen die niet stil zijn, wijs ik erop dat zij zich in een stiltecoupé bevinden en dat er elders in de trein coupé’s zijn waar men niet stil hoeft te wezen. Onweerlegbaar argument.
Update 28 september 2025 (link naar NS-site aangepast)

„{…} ingenieuze en soms verrassende wijze waarop Van Swaaij zijn vondst ontvouwt en uitwerkt {…} meeslepende werking { …} nieuwe dogmatische vondst {…}”
W. Snijders, oud-Regeringscommissaris voor het NBW en oud-vicepresident van de Hoge Raad, Bespreking proefschrift van mr. J.H.M. van Swaaij, Maandblad voor Vermogensrecht (2011)
Reacties
Wytzia
Er schieten me twee situaties te binnen:
1) In een stiltecoupe zittend en al die mensen zien langkomen die er dan blatend in hun telefoon doorheen lopen;
2) Jaren geleden in een mini-stiltecoupe zittend in een lege trein met een collega de rechtzaak nog eens doornemend en er schuift een heer de pui open en komt bij ons zitten in 1 van de 4 overige zitplaatsen en geeft ons vervolgens een lezing dat we ons mond moeten gaan houden.