Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor, prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: C.J.H.B. resp. CJHB in de NJ), steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek, Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen.

M.m.v. mr. Joost Moorman, juridisch-analytisch medewerker
bij Van Swaaij Cassatie & Consultancy


Noviomagus.
Het cassatieadvies dat ik zojuist heb gegevenstrekt ertoe dat het zinvol is om cassatieberoep in te stellen. Met de vorige volzin is op zichzelf niets mis. Niettemin pleeg ik het net iets anders te schrijven:

„Het cassatieadvies dat ik zojuist gegeven heb, strekt ertoe dat het zinvol is om cassatieberoep in te stellen.”  

Omdat (hier)  „gegeven” belangrijker is dan „heb”, schrijf ik  „gegeven heb” en niet „heb gegeven ”. Zo leerde ik het van Brunner.

Foto.Koe.Ooijpolder

In de Ooijpolder (foto gemaakt met iPhone 6)

Volgens het Genootschap Onze Taal is het een misverstand dat de zogeheten rode volgorde („heb gegeven”) beter zou zijn dan de zogeheten groene volgorde („gegeven heb”). Beide werkwoordvolgordes zijn in het Nederlands van oudsher mogelijk. MEER

Intussen doen juristen er goed om aan de groene volgorde aan te houden. Immers, wij schrijven om te overtuigen. Maak het degene die je probeert te overreden zo makkelijk mogelijk om je te volgen. Dat doe je – onder veel meer – met de groene volgorde.

Geattendeerd zij nog op De plaats van het hulpwerkwoord, verleden deelwoord en infinitief in de Nederlandse bijzin van A. Pauwels (Leuven: Symons 1953). Dit werk bevat dialectkaarten die prachtig laten zien wélke werkwoordvolgorde waar in Nederland doorgaans gebezigd werd.

Vorig taallesje

Een link naar de vorige aflevering van Taallesjes voor juristen staat HIER.