
Noviomagus. In het NJB van afgelopen weekend staat een Vooraf van Coen Drion. Hij analyseert de jurisprudentie van de Hoge Raad over de opzegging van onbenoemde duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd.
In het arrest Ronde Venen/Stedin uit 2011 oordeelde de Hoge Raad:
a. dat indien een duurovereenkomst niet voorziet in een regeling van de opzegging, de overeenkomst in beginsel opzegbaar is;
b. dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat; en
c. dat uit diezelfde eisen, eveneens in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval, kan voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.
In arresten uit 2016 (Goois Natuurreservaat), 2018 (Goglio/SMQ), 2024 (Leen Bakker) en 2025 (DPD/Get Moving) heeft de Hoge Raad nadere regels geformuleerd over de opzegging van duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd.
Uit deze arresten volgt volgens Drion dat een opzegging van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd op grond van een contractueel beding geldig is, behoudens de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW). Een opzegging die in strijd is met hetgeen voortvloeit uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 1 BW), is in beginsel eveneens geldig, aldus Drion. In dit laatste geval geldt wel een verplichting tot betaling van een (schade)vergoeding. De hoogte daarvan hangt af van wat in de omstandigheden van het geval uit de redelijkheid en billijkheid voortvloeit, en niet van een hypothetische gevalsvergelijking, zoals bij wanprestatie.
Drion eindigt zijn Vooraf met de constatering dat dit stelsel weliswaar complex is, maar als voordeel heeft dat we in beginsel niet meer te maken hebben met opzeggingen zonder rechtsgevolg.
Lezing van het Vooraf zij van harte aanbevolen. Een link staat HIER.