Noviomagus. In een mailing van Wolters Kluwer eerder deze week zag ik dat op 3 september a.s. de zesde druk van De grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep in burgerlijke zaken verschijnt. Teamgenoot Fred Hammerstein, die de tweede t/m de vijfde druk bewerkt heeft, vertelde me bijna twee weken geleden al dat hij de tekst van zijn nieuwste bewerking naar de uitgever gestuurd had.
Dit compacte boek, waarvan de eerste, door H.E. Ras geschreven druk verscheen in 1992, is uitgegroeid tot dé referentie voor praktijk en theorie wat betreft de devolutieve werking van het hoger beroep en het grievenstelsel. Het werk biedt een systematische en praktijkgerichte beschrijving van deze procesrechtelijke complexe onderwerpen.
Iets wat me na lezing van de eerste druk altijd bijgebleven is, mede door de mooie formulering, is dat daarin – evenals in de latere drukken – gepleit wordt voor een ‘onbekrompen uitlegging’ van grieven.
„{…} ingenieuze en soms verrassende wijze waarop Van Swaaij zijn vondst ontvouwt en uitwerkt {…} meeslepende werking { …} nieuwe dogmatische vondst {…}”
W. Snijders, oud-Regeringscommissaris voor het NBW en oud-vicepresident van de Hoge Raad, Bespreking proefschrift van mr. J.H.M. van Swaaij, Maandblad voor Vermogensrecht (2011)
