foto.Luch.28.februari.2014

De lucht boven Noviomagus, Nijmegen-Oost, gisteren om 18.28 uur (foto SvS, iPhone 5s)

Wij wisten al dat wij, advocaten, een bijzonder soort mensen zijn. Dat wij een bijzonder species zijn van het genus mens, is nu ook empirisch onderbouwd. In de fraaie bundel Capita Civilologie (onder redactie van Willem van Boom, Ivo Giesen, en Verheij) staat een fraaie bijdrage van L. Visscher met als opschrift “Gedrag van advocaten”.

Constateringen

Voornoemde bijdrage bevat enkele grappige en bovendien empirisch onderbouwde constateringen (zie vooral par. 4.2).

Arlette Schijns.Foto

Ik noem er een paar:

“Ten eerste lijken advocaten competitiever te zijn dan veel andere beroepsgroepen”;

– “Vrouwelijke advocaten zijn veel competitiever en agressiever dan vrouwelijke artsen”;

“Het testosterongehalte van vrouwelijke  advocaten is hoger dan van vrouwelijke verpleegkundigen”; en

“Advocaten hebben hogere testosterongehaltes dan andere juristen”.

Wat te denken geeft

Ook de volgende bewering geeft te denken:

“Advocaten hebben een sterke prestatiedrang en een relatief zwakke behoefte aan vriendschap, liefde en gebondenheid. Ook lijken ze relatief veel waarde te hechten aan financiële en economische factoren en relatief weinig aan immateriele, emotionele factoren. Een interessante conclusie die aan dit laatste aspect wordt verbonden, is dat advocaten zich wel eens meer zouden kunnen laten leiden door de materiële aspecten van een zaak, terwijl hun client misschien vooral waarde hecht aan immateriele aspecten.”

Belangrijke bevinding

De conclusie van het artikel is dat de persoonskenmerken van advocaten (die anders zijn dan die van de client) de communicatie met cliënten kunnen bemoeilijken en kunnen impliceren dat de advocaat vooral nadruk legt op aspecten die voor de client minder van belang zijn.

Kortom: lezenswaardig artikel!

Overigens

In het boek staan overigens ook andere aardige bijdragen op het grensvlak van empirie en privaatrecht. Zo onder meer over het deelgeschil en bestuurdersaansprakelijkheid.