Tijdens zijn colleges Burgerlijk recht III gaf mijn latere promotor prof. mr. C.J.H. Brunner (dus: CJHB in de NJ) steevast aanwijzingen omtrent het gebruik van de Nederlandse taal. Met deze rubriek, Taallesjes voor juristen, is beoogd om de fakkel over te nemen. 

Oranjesingel

De Oranjesingel te Noviomagus (foto SvS, iPhone 5).

 

Zwaartepunten van het nieuwe vermogensrecht

Onvolprezen is het boek dat tijdens mijn propedeuse (RU Groningen) voorschreven was voor het vak Burgerlijk Recht I: Zwaartepunten van het nieuwe vermogensrecht van O.K. Brahn. Dit prachtige en uitstekende studieboek (huidige titel: Zwaartepunten van het vermogensrecht) wordt al weer jaren en jaren bewerkt door zijn promotus W.H.M. (Wim)  Reehuis.

“Niet zodra …, of …”

Er werd en wordt een intrigerende zinsconstructie gebruikt in dit studieboek, in de trant van:

Niet zodra is krachtens een geldige titel de levering verricht door een beschikkingsbevoegde, of degene aan wie geleverd is, is eigenaar geworden.

Vond het toen werkelijk prachtig (‘Mooi juridisch taalgebruik!’).
Maar ik kan me nog goed herinneren dat mijn medestudenten en ik echt moeite hadden om die constructie te doorgronden, als wij die al ooit werkelijk doorgrond hebben.

Indien en zodra

In de literatuur (behoudens dat mooie studieboek) pleegt die constructie niet gebruikt te worden. In de rechtspraktijk ook niet. Als advocaat-stagiaire gebruikte ik die constructie in een door mij vervaardigd concept van een processtuk, maar van mijn patroon, Gerbrant Snijders (thans raadsheer in de Hoge Raad), moest ik een andere constructie gebruiken. Vond en vind ik niet onbegrijpelijk.
Meestal schrijf ik bijvoorbeeld dat “indien en zodra” X geschied is, rechtsgevolg Y ingetreden is. Zo is mijn proefschrift doordrenkt met ‘indien en zodra’.

Prof. Brahn

Brahn – ik heb hem toen ik AIO was in Groningen twee keer ontmoet (en hij was toen al jaren met emeritaat) – was geen native speaker. Niet het Nederlands, maar het Duits was zijn moederstaal. Ik ben geen grondige kenner van de Duitse taal. Wellicht dat iemand weet of in deze taal wèl een dergelijke constructie gangbaar is.

Een link naar het vorige taallesje (nr. 8) staat HIER.