
In het Van Gogh Museum, afgelopen juli (iPhone 5s)
Maar niet elke verandering is een verbetering.
Vooruitgang in cassatie
Gisterenmorgen vond ’s Hogen Raads eerste civiele ‘niet-fysieke rolzitting’ plaats.
Vind het een voorbeeld van vooruitgang die geen verbetering is en, integendeel, een verslechtering inhoudt.
Er is geen face to face-contact meer tussen ’s Hogen Raads rolraadsheer en de advocaat bij de Hoge Raad (of zijn/haar rolwaarnemer). Dat is zoals zo vaak bij communicatie een nadeel.
Voorheen, dat wil zeggen: nog met betrekking tot de rolzitting van 8 augustus jl., kon ik gewoon even aan mijn rolwaarnemer voor al mijn zaken tegelijk in één eenvoudige e-mail mijn rolinstructies doorgeven. Fungeerde ik als rolwaarnemer, dan ontving ik e-mails met daarin de betreffende instructies.
Sinds de rolzitting van gisteren moet voor iedere afzonderlijke cassatiezaak een separate e-mail verstuurd worden naar een speciaal e-mailadres van de Hoge Raad. Die e-mail moet als bijlage een PDF-bestand bevatten met daarop de zaakgegevens (naam partijen, rolnummer, naam advocaten etc.) en de betreffende instructie.
Heb afgelopen donderdagochtend persoonlijk bemerkt dat het allemaal klauwen met tijd kost. Gelukkig zal mijn chef de bureau ervoor zorgdragen dat het gebeurt, maar zij zal er hoe dan ook tijd in moeten steken. Het is veel gedoe.
Nu zou een tegenwerping bijvoorbeeld kunnen zijn dat bij rechtbanken en hoven nu eenmaal ook geen ‘fysieke rolzitingen’ meer plaatsvinden, en dat dat toch vast ook omwille van de efficiëntie zal zijn gebeurd. Maar die tegenwerping snijdt geen of onvoldoende hout. Zo kan, om maar een voorbeeld te noemen, bij iedere rechtbank en ieder gerechtshof elke advocaat zelf procederen (sedert de afschaffing van de procureur), en er zijn ruim vijftienduizend advocaten. Bij de Hoge Raad, die ook maar circa zeshonderd civiele zaken behandelt, kunnen uitsluitend advocaten bij de Hoge Raad procederen. Daarvan zijn er maar betrekkelijk weinig, zeker als we de deelverzameling nemen van cassatieadvocaten wier praktijk uitsluitend of hoofdzakelijk bestaat uit het geven van cassatieadviezen en procederen in cassatiezaken. Welnu, voor zover het efficiënter is voor de (organisatie van de) Hoge Raad, is daarmee niet ‘dus’ met juistheid gezegd dat de efficiëntie de doorslag zou moeten geven. Ik heb menig cassatieadvocaat gesproken die net als ik behoort tot voornoemde deelverzameling, die bepaald niet blij is met deze ontwikkeling, en aan wie ook niets gevraagd is. Zij en ik zijn niet, door niemand, eerst even geconsulteerd.
Maar het is thans zoals het is. Hoe dan ook heb ik er weer zin in!