imageIs er een kwaliteitskrant voor juristen, dan is deze onmiskenbaar  het Nederlands Juristenblad. Iedere week is het eerste artikel een redactioneel stuk: “Vooraf”. De mooiste Voorafs worden geschreven door de ‘civielrechtelijke redacteuren’: Coen E. Drion, raadsheer in ’s Hogen Raads civiele kamer, en Ton Hartlief, vooraanstaand hoogleraar privaatrecht te Maastricht. Hun Voorafs zijn onmiskenbaar de krenten uit de pap van de (overvloedige) rechtsliteratuur. Of dankt deze kwalificatie haar bestaansrecht enkel en alleen aan het feit dat ik een civilist pur sang ben? (Des neen!)

Hartliefs vrijere rol

Intussen zal het degene die deze pareltjes pleegt te lezen niet ontgaan zijn dat Hartlief vooral de stukken schrijft waarin, soms stevige, kritiek geleverd wordt op bijvoorbeeld wetsvoorstellen of op ’s Hogen Raads jurisprudentie. Dit houdt ongetwijfeld (ook) verband met Hartliefs (relatief) vrije rol als wetenschapper; Drion kan zich als raadsheer in ’s lands hoogste rechtscollege (vast) minder vrijheid veroorloven. Het eerste redactionele Vooraf  in het Nederlands Juristenblad (editie nr. 1) van dit nieuwe jaar is het onderwerp van mijn blogartikel Hoe de hond Lulu een megazaak won en is van Coen E. Drion.

Recht doen aan abstracte schadevergoeding

Het laatste in 2012 verschenen Vooraf  van Ton Hartlief is een mooie uitsmijter. De titel luidt: “Recht doen aan abstracte schadevergoeding”. Hartlief werpt terecht de (retorische) vraag op of het niet voor de hand ligt om het voorbeeld van de zaakschade nadrukkelijker te volgen en ook voor het brede terrein van de personenschade abstracte(re) vormen van schadebegroting te overwegen in het belang van een snelle en adequate afwikkeling.