SH_015191
Ruim twee maanden lang heeft Ronald Plasterk (dus) onder de pet gehouden dat hij de Tweede Kamer onjuist voorgelicht heeft.

Onjuist voorlichten kan abusievelijk gebeuren.

Nu dringt zich bij Plasterk al snel de conclusie op dat niet slechts sprake is van toerekenbaarheid, doch ook (duidelijk) van verwijtbaarheid.

Het abusievelijke onder de pet houden

Als je reeds twee maanden weet dàt je de Kamer onjuist voorgelicht hebt en je rectificeert dat niet richting Kamer, dan deug je staatsrechtelijk niet.

Wat niet meewerkt is dat Plasterk een ijdeltuit is. Hij heeft klaarblijkelijk meer met de televisiecamera dan met de Tweede Kamer.
Niemand schijnt te houden van Plasterk. Een duidelijke tegenpool, die wèl geliefd en volgens mij een veel betere bewindspersoon is, is minister Kamp. Laatstgenoemde is gewoon met zijn vak bezig, en verschijnt voor de camera als dat echt moet, niet uit ijdeltuiterij.

En ja, deze aspecten spelen uiteraard ook mee.

Beetje Kamerlid spreekt wantrouwen uit

Een beetje Kamerlid – maar wie kent iemand buiten die succesvol is (buiten de ambtenarij resp. gesubsidieerde sector) en die desniettemin in de Tweede Kamer gaat zitten? – stemt voor een motie van wantrouwen resp. dient zo’n motie in. Weg met Plasterk.

Na het debat (toegevoegd op 12 dezer)

Coalitie. Kamerleden van de PvdA en de VVD stemmen tégen de alleszins begrijpelijke en volgens mij terechte motie van wantrouwen.
Dat is (dus) hoe het werkt in de politiek. Maar Plasterk is zwaar beschadigd. Afgang, alleen al om te beloven dat je minder vaak in de media te zien zult zijn. De term aangeschoten wild is niet misplaatst.