Heb ook nooit geloofd in de ‘advocaat-ondernemer’. Ik zie mezelf als vrije beroepsbeoefenaar. Daarmee ben ik nog geen Richard Branson. Ben eerst en vooral ambachtsman. Ik geef cassatieadvies, procedeer bij de Hoge Raad en adviseer andere advocaten (appèlconsultancy).
Ben ik als professional nog iets anders dan praktijkjurist, dan ben ik rechtswetenschapper. Praktijk en wetenschap gaan hand in hand (Asser-Vranken, Vervolg, nr. 140).
Niks advocaat-ondernemer.
Wat doe je op een schitterende dag?
De Waal, Ooijpolder, dinsdagmiddag 10 dezer voorbij Oortjeshekken (foto SvS, iPhone 5s)
Afgelopen dinsdag (10 dezer) was een werkelijk prachtige dag. Heb mezelf ’s middags vrij gegeven. Mooie fietstocht gemaakt in de schitterende omgeving van Noviomagus (richting Berg en Dal, Groesbeek, stukje Duitsland en vervolgens de Ooijpolder in).
Vrije beroepsbeoefenaar: de ‘verloren’ uren haal ik ’s avonds en in de vroege ochtend wel weer in.
Een link naar voornoemde column staat HIER.
„{…} ingenieuze en soms verrassende wijze waarop Van Swaaij zijn vondst ontvouwt en uitwerkt {…} meeslepende werking { …} nieuwe dogmatische vondst {…}”
W. Snijders, oud-Regeringscommissaris voor het NBW en oud-vicepresident van de Hoge Raad, Bespreking proefschrift van mr. J.H.M. van Swaaij, Maandblad voor Vermogensrecht (2011)
